Tragische persreis naar Nederlands-Indië
Titel:
”De crash van de Franeker. Een Amerikaanse persreis naar Nederlands-Indië in 1949”
Auteur: Louis Zweers
Uitgeverij: Boom, Amsterdam, 2001
ISBN 90 535 2640 4
Pagina’s: 171
Prijs: € 15,66. Op 12 juli 1949 verongelukte het KLM-toestel ”De Franeker” boven het Indiase Bombay. Bij het ongeluk kwamen alle inzittenden, onder wie dertien vooraanstaande Amerikaanse journalisten, om het leven. Het ongeluk was niet alleen een menselijk drama, maar ook een grote tegenvaller voor de Nederlandse regering in de strijd tegen de Indonesische republiek van Sukarno. Na vijftig jaar zijn de omstandigheden waaronder het ongeluk gebeurde nog niet duidelijk.
Tegenwoordig hebben de meeste mensen nog nooit van de ramp met de constellation ”De Franeker” gehoord. Toch was het vliegtuigongeval in 1949 wereldnieuws en hield de nasleep lange tijd de gemoederen bezig. De journalist en publicist Louis Zweers plaatst de tragedie in dit boek in het bredere kader van het Nederlands-Indonesisch conflict eind jaren ’40. In de eerste drie hoofdstukken schetst hij enerzijds de situatie in het toenmalige Nederlands-Indië op het gebied van de luchtvaart en anderzijds de moeizame verhouding tussen Nederlandse voorlichtingsdiensten en Amerikaanse journalisten, die steeds meer anti-Nederlands werden. Nadeel bij deze thematische aanpak is dat bepaalde belangrijke gebeurtenissen of overeenkomsten alleen maar worden aangestipt, terwijl de lezer nauwelijks weet wat ze inhielden.
Goodwill
De Nederlandse voorlichtingsdiensten gaven de Amerikaanse journalisten -die behoorlijk vrijpostig en kritisch konden zijn- weinig medewerking. Het gevolg was dat er steeds meer pro-Indonesische stukken in de Amerikaanse media verschenen, die de publieke opinie behoorlijk beïnvloedden. Pas laat begreep het Nederlandse bewind dat een stevige tegenzet nodig was. De Amerikaanse regering steunde Nederland niet in een voortzetting van het koloniale beleid. Het Koude -Oorlogargument dat de Nederlanders nodig waren om het communisme aldaar tegen te houden, werd nauwelijks serieus genomen. Het tegenargument van Sukarno -hoe langer de Nederlanders bleven, hoe meer dat de communisten in de kaart speelde- gooide hogere ogen. Bovendien wilden de Amerikanen de plaats van de Nederlanders als beschermheer innemen.
Nederland schakelde echter het Amerikaanse public-relationsbedrijf ”Swanson & Co.” in om het tij te keren. In samenwerking met dit bureau werden vijftien gerenommeerde Amerikaanse journalisten uitgenodigd om ter plekke poolshoogte te komen nemen. Onder hen Amerika’s beroemdste radioverslaggever en Pulitzer-prijswinnaar Hubert Knickerbocker, John Werkly van Time Magazine en Bertram Hulen van de New York Herald Tribune. In juni 1949 vlogen ze met de KLM-constellation ”De Roermond” naar Batavia. Nederland betaalde.
De journalisten spraken met het Nederlandse bewind, dat streefde naar een geleidelijke onafhankelijkheid en opteerde voor een federatieve staat. Ook werd gesproken met Sukarno en andere leiders van de republiek, die een eenheidsstaat Indonesië wilden. Tot slot was er contact met andere Indonesische leiders, die weinig vertrouwen in Sukarno hadden en liever ook tot een federatieve staat wilden komen. Langzaam maar zeker gingen de journalisten om. Uit hun publicaties bleek steeds meer dat zij weinig vertrouwen in Sukarno hadden en meenden dat de Nederlanders beter in staat zouden zijn om het communistische gevaar te keren.
Bombay
Na ongeveer een maand vertrok het gezelschap. Navrant detail was dat het vliegtuig waarmee men was aangekomen in Nederlands-Indië, op de terugreis was verongelukt. Via India zouden de journalisten met ”De Franeker” terugreizen. Alleen de journalisten Dorothy Brandon en William Mathews besloten via een andere route te gaan. Tragisch detail was dat Hubert Knickerbocker op het laatste moment besloot toch mee te reizen met ”De Franeker”. Na een kort verblijf in New Delhi zette het vliegtuig koers naar Bombay. Wegens de slechte weersomstandigheden cirkelde het toestel boven de luchthaven Santa Cruz. In een dicht wolkendek raakte de linkervleugel de top van een heuvel, waardoor het vliegtuig in stukken brak en neerstortte.
Onderzoek wees uit dat de gezagvoerder onvoldoende bekend was met de omgeving en dat de Indiase verkeersleiding hem niet geheel juist geïnformeerd had. De argwaan van Zweers wordt echter gewekt doordat het verslag van de Indiase verkeerstoren „ten dele is uitgewist en door nieuw schrift is vervangen.” Hoewel dat toen niet vreemd werd gevonden, is dit op zijn minst opmerkelijk in combinatie met het feit dat van het teruggevonden logboek van het vliegtuig alleen de laatste -cruciale- pagina ontbrak. Het blijft dus onduidelijk of er opzet in het spel was. De ex-topspion Jan Bakker zei tegen Zweers dat een Indiase hoogwaardigheidsbekleder tegen de voormalige Indonesische chef-luchtmachtstaf Suryadarma zou hebben gezegd: „We have fixed it for you.” India steunde Sukarno volledig en had nog een rekening met Nederland te vereffenen in verband met het neerschieten van een Indiaas toestel in 1947.
Voor de werkelijke toedracht ontbreken de bewijzen, maar Zweers toont aan dat de zaak op zijn minst vreemd is. De grote verdienste van dit vlot geschreven boek is dat duidelijk wordt welke rol pers en publieke opinie hebben gespeeld in het Nederlands-Indonesisch conflict. Levensechte en soms gruwelijke foto’s verdiepen de menselijke dimensie van het verhaal. Helaas wordt één keer de Naam van God ijdel gebruikt. Gezien het notenapparaat en de gebruikte bronnen heeft de auteur een doorwrocht, maar ook toegankelijk boek geschreven.