Kluveld: Laat SGP alert blijven inzake gewetensvrijheid
De SGP moet haar oude rol als beschermer van de gewetensvrijheid, zoals door ds. Kersten nog met verve vervuld, weer oppakken, vindt onderzoekster dr. A. A. Kluveld, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Maastricht.
Kluveld deed voor de SGP onderzoek naar hoe het begrip gewetensvrijheid in het politieke optreden van de partij gefunctioneerd heeft. Haar studie ”Gewetensvrijheid in het geding” wordt op 19 mei door het Wetenschappelijk Instituut van de SGP gepresenteerd, evenals de studie van dr. M. J. Kater naar het omgaan van de SGP met tolerantie.
De eerste SGP-leider, ds. Kersten, heeft als het om de praktische en theoretische verdediging van gewetensvrijheid gaat pionierswerk verricht, stelt Kluveld vast. „Heel gedetailleerd en op microniveau” stelde de predikant in de Kamer vragen aan het kabinet over bijvoorbeeld een vrouw die naar de rechtbank was vervoerd omdat zij niet was komen stemmen, of over een man die zijn kinderen ongevaccineerd naar school wilde laten gaan en tegen een muur van bureaucratie opliep.
In de tweede helft van de 20e eeuw lijkt het bezig zijn met gewetensvrijheid bij de SGP wat in het slop geraakt, constateert Kluveld. Kersten plaatste gewetensvrijheid –overigens een vrijheid die voor hem uitsluitend orthodoxe christenen betrof– nog „in het hart van de staatkundige opvattingen van de jonge partij.” In de 21e eeuw zien we een SGP die, aldus de Maastrichtse onderzoekster, een veel ruimere gewetens- en godsdienstvrijheid bepleit. De recente nota ”Gerechtigheid verhoogt een volk” ontzegt ook moslims niet meer het recht op eigen gebedsruimten. Tegelijkertijd kan die veranderende SGP niet verhinderen dat via een verbod op gewetensbezwaarde trouwambtenaren de gewetensvrijheid voor de eigen kring wordt ingeperkt. Kluveld vraagt zich daarom af of de partij „eropuit is om door de machtshebbers serieus genomen te worden”, of zij in dat licht ook „iets van haar beginselvastheid inlevert”, en of dit alles wellicht „zonder het gewenste effect” blijft.
Volgens de wetenschapper moet de SGP het begrip gewetensvrijheid verder doordenken, vormgeven en invullen. Wat bijvoorbeeld ontbreekt is „een gearticuleerde visie op het recht van verzet.”
Een ander veld van vragen betreft kwesties die in Nederland nog weinig spelen, maar in de VS wel. Zoals een fotograaf die geen fotosessie wil doen rond een homohuwelijk, of een bakker die voor zo’n gelegenheid geen taart wil leveren. De SGP heeft als het om dat soort zaken gaat, waarin het niet het directe overheidshandelen betreft maar conflicten tussen burgers onderling, „nog geen visie geformuleerd”, stelt Kluveld. Zij moet dit soort buitenlandse ontwikkelingen en bijbehorende jurisprudentie „scherper volgen.” Als zij in dit soort kwesties vaker het voortouw neemt, kan zij de voorsprong die Kersten op dit terrein had „in de opmaat naar haar honderdjarig bestaan opnieuw nemen en een nieuwe impuls geven aan haar politieke filosofie.”