Het kind werd geboren uit een Cambodjaanse draagmoeder die zwanger was geraakt met behulp van een Zuid-Afrikaanse eiceldonor. Toen het embryo in 2016 werd geplaatst, had Cambodja nog geen duidelijke regels voor draagmoederschap. Enkele maanden later volgde een verbod, zonder overgangsregeling. Onduidelijk was daardoor of het kind nog naar Nederland kon.

De ambassade hielp daarmee door onder andere een paspoort voor het kind te verstrekken. Van der Staaij vreest dat Nederland hiermee het in Nederland verboden commercieel draagmoederschap verder heeft bevorderd en wil weten waarom de ambassade de Cambodjaanse regels heeft omzeild.