De witte heks is een van de grootste nachtvlinders ter wereld
Het was op een wonderlijke plek in een wonderlijk land waar onlangs de grootste vlinder ter wereld voor mijn lens verscheen. Suriname aan het einde van de ”kleine regentijd”. In het natuurgebied Brownsberg, om precies te zijn. Dat ligt op een paar uur rijden ten zuiden van Paramaribo.
Langzaam zie je de lintbebouwing dunner worden, om uiteindelijk helemaal te verdampen voordat het nationale vliegveld Zanderij in beeld verschijnt.
Wat daarna volgt, is een halfopen savanneachtig vlak landschap. En dan, vrij plotseling, slingert zich een bauxietweg omhoog. Bauxiet, de ruwe grondstof voor aluminium, is belangrijk voor Suriname, zelfs wegen zijn ernaar vernoemd. Hoewel je maar 500 meter stijgt, vertragen de diepe kuilen en grote plassen de klim tot drie kwartier.
Eenmaal boven wacht je een wonderlijke wereld van enkele houten panden omgeven door een weelderig regenwoud. Je ziet de zon ondergaan boven het Brokkopondo-meer, en dan op het wegdek is hij er in- eens: de Thysania agrippina. Dat is zijn officiële naam, maar de Britten noemen hem de ”white witch” (witte heks). Een rake benaming, want deze nachtvlinder is sprookjesachtig, mysterieus. En: enorm groot. De ‘witte heks’ (de grote witte vlinder op de afbeelding) vliegt niet, hij klapwiekt.
Ik sta bij de grootste vlinder ter wereld! Nou ja, de vlinder met de grootste spanwijdte; deze had er een van 27 centimeter. Qua vleugeloppervlak wordt-ie net ingehaald door de atlasvlinder uit Zuidoost-Azië.
Dat mysterieuze zit hem in zijn herkomst: niemand heeft ooit de rups van deze nachtvlinder gevonden. Ook over de waardplant tasten we nog in het duister. Alleen de volwassen vlinder kennen we. Hij is voor het eerst beschreven in Suriname, waar ook de afbeelding vandaan komt.