Mennoniet Dueck: Bekering kan ineens en geleidelijk plaatshebben
Doopsgezinden in Noord-Amerika waren vanouds gewend aan krachtdadige bekeringen. Dopelingen moesten kunnen verhalen van een lange geestelijke zoektocht en een crisisvolle bekeringservaring. „Het is de uitdaging om ook over geleidelijke bekering te spreken en de gewone geloofspatronen uit te leggen aan de nieuwe generatie”, stelt de Canadese mennonitische promovendus Gilbert Dueck.
Dueck promoveerde woensdag aan de Vrije Universiteit Amsterdam op het proefschrift ”A Transformative Moment: Emerging Adult Faith Development in Conversation with the Theology of James E. Loder”. Het proefschrift is een praktisch theologisch onderzoek naar het vraagstuk van geloofswikkeling bij jongvolwassenen. Dueck deed dat vanuit het perspectief van de Canadese Mennonite Brethren, een evangelisch-piëtistische tak van de mennonieten.
De promovendus doceerde dertien jaar lang theologie aan Bethany College van de Mennonite Brethren in Hepburn (Saskatchewan, Canada) en is nu programmadirecteur van de Mennonite Central Committee Saskatchewan. De Mennonite Brethren hebben in Canada ongeveer 250 gemeenten met in totaal ongeveer 40.000 leden.
Vergelijkbaar
Dueck groeide op in Coaldale in Alberta (bij Lethbridge) als lid van de Coaldale Mennonite Brethren. In deze regio streken sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw veel Nederlandse emigranten van de Gereformeerde Gemeenten neer, resulterend in verschillende gemeenten van dit kerkverband, de Netherlands Reformed Congregations. Hun positie is vergelijkbaar met die van mennonieten die in de twintigste eeuw in groten getale arriveerden vanuit Rusland omdat hun traditionele vrije positie door het communisme onder druk kwam te staan. Het gaat in beide gevallen om hechte gemeenschappen met een eigen taal en cultuur die de oorspronkelijke emigranten in een vreemde nieuwe wereld een vaste identiteit gaf.
Maar hoe overleef je in een andere cultuur, ook als gelovige? Dueck: „We zijn als kerk sterk geassimileerd aan de Canadese cultuur. Dat roept de vraag op hoe om te gaan met de geestelijke erfenis van ons voorgeslacht. Ik onderzoek deze problematiek aan de hand van theoloog James Loder, die stelt dat alle menselijke verandering een patroon van kruis en opstanding volgt. Een van de grootste uitdagingen voor de kerk in deze tijd is het geloof op kinderen over te brengen, zei theoloog Gordon Smith.”
Wat vindt u zelf?
„Ik denk dat het doorgeven van het geloof vooral plaatsvindt door middel van kerkelijke activiteiten of programma’s, maar zelden op het vlak van de theologie. In mijn kerk gebruiken we vaak de term transformatie, wat bij ons vooral de betekenis heeft van bekering of dramatische verandering. Jongeren worstelen met het zich toe-eigenen van het geloof, omdat zij geen zichtbare voorbeelden van christelijke volwassenheid zien en de taal missen die hen verder helpt groeien en rijpen in het geloof.”
Verloopt bekering geleidelijk of gebeurt zij plotseling?
„Beide. Mijn kerk heeft door de geschiedenis heen altijd de opvatting van een sterke en herkenbare crisisbekering aangehangen, maar wist niet duidelijk uit te leggen wat dat betekent voor onze kinderen. Ik richt mijn onderzoek op jongvolwassenen. Volwassenheid wordt tegenwoordig niet meer verbonden met het overnemen van verantwoordelijkheden, zoals huwelijk, ouderschap en carrière, maar met onafhankelijkheid. Het gevaar bestaat dat de kerk daarom wordt gezien als iets wat tot kindertijd behoort en waarvan jonge mensen zich los moeten maken. Dat is vooral problematisch als een kerk sterke theologische overtuigingen kent voor bekering die doorgaans vroeg plaatsvindt, maar worstelt met de vorming daarna.
Mijn hoop is dat we crisisbekering en geleidelijke verandering niet zien als twee tegengestelde zaken. Ik stel vast dat we een theologisch vocabulaire missen om de gewone geloofspatronen te beschrijven die ook onderdeel vormen van ons verleden, en zeker van het heden.”