Vijf procent mantelzorgers loopt rond met zelfmoordgedachten
De zorg voor een partner met dementie is zo zwaar dat 5 procent van de mantelzorgers zelfmoordgedachten heeft. Juist deze groep vindt het moeilijk om hulp te vragen.
Maar liefst 60 procent van de mantelzorgers familielid met dementie ontwikkelt een depressie of angststoornis, wees eerder onderzoek van Karlijn Joling van het VUmc uit. Naar het voorbeeld van een Australisch onderzoek verzamelde ze uit die vragenlijsten cijfers over gedachtes aan zelfmoord.
Volgens Joling is het vooral de 24 uurszorg die het zo zwaar maakt. „Vaak komt de nachtelijke zorg op de schouders van de partner terecht. Vooral als het gedrag van de persoon met dementie verandert, bijvoorbeeld als iemand claimend of agressief wordt, heeft de mantelzorger het zwaarder.” Daarnaast speelt volgens haar het uitzichtloze perspectief mee en het steeds minder kunnen communiceren: „Je verliest iemand terwijl hij er nog is.”
Een derde van de deelnemers met zelfmoordgedachten rapporteerde op meerdere momenten in het onderzoek weleens te denken aan suïcide, ook nadat de patiënt was opgenomen in een verpleeghuis.
Mantelzorgers die rondlopen met dit soort gedachten raadt Joling aan in gesprek te gaan met bijvoorbeeld de huisarts of de casemanager die hen begeleidt. „Die kunnen het beste kijken welke ondersteuning nodig is.”
De drempel om hulp te vragen, is juist voor deze groep hoog. Veel mensen willen hun kinderen niet belasten met de zorg voor hun vader of moeder met dementie. „Ze zien het als hun taak of plicht om de zorg op zich te nemen. Of ze denken dat het toch wel gaat. Misschien helpt het als ze weten dat ze niet de enige zijn die het niet meer trekken.”
Vaak zijn familie en vrienden wel bereid om te helpen, weet Joling. „Het helpt misschien als zij het initiatief nemen. Al moet de mantelzorger daarvoor wel openstaan. Ook kan de persoon met dementie die gehecht is aan zijn partner, onrustig worden als anderen de zorg overnemen.”