Kritiek Turkije op ‘xenofobisch’ Nederland
Turkije heeft woensdag in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties hard uitgehaald naar Nederland. De Nederlandse autoriteiten kregen de wind van voren, onder meer vanwege de behandeling van de Turkse minister Fatma Betül Sayan Kaya bij haar bezoek aan Rotterdam.
Turkije kwam met de kritiek tijdens de beoordeling van de mensenrechtensituatie in VN-lidstaten, waarbij Nederland woensdag aan de beurt was. Volgens de Turkse vertegenwoordiging is in Nederland al enkele jaren sprake van een „verslechterende mensenrechtensituatie” en „xenofobische en islamofobische trends”.
Ook het optreden van de autoriteiten bij het bezoek van Kaya in maart blijft een pijnpunt. De minister, die in de raad overigens niet bij naam werd genoemd, werd het land uitgezet toen ze Turkse Nederlanders wilde toespreken bij het consulaat in Rotterdam. Dat ging volgens de Turkse delegatie gepaard met mensenrechtenschendingen.
Verder kregen politieke partijen het verwijt racisme aan te jagen. „De hele verkiezingscampagne in Nederland werd besmeurd door hatelijk taalgebruik vanuit alle politieke partijen richting moslims”, aldus de Turkse vertegenwoordigers, volgens een schriftelijke weergave van de afgelegde verklaring.
Turkije kwam met meerdere aanbevelingen om de situatie te verbeteren. Zo zou Nederland zich voortaan moeten houden aan de Conventie van Wenen, waarin regels over diplomatiek verkeer zijn vastgelegd. Ook werd voorgesteld om Turks-Nederlandse jongeren de mogelijkheid te geven op lagere en middelbare scholen Turkse taalles te laten volgen.