Volgens ICCO handelt Israël in strijd met internationale afspraken door producten die afkomstig zijn uit Israëlische nederzetting in de bezette Palestijnse gebieden te voorzien van het predikaat ”Made in Israel”. Zo zou Israël voor deze producten handelsvoordelen van de EU verkrijgen.

In een open brief aan minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking beschuldigt voorzitter ds. J. de Vreugd van CvI het ICCO ervan Israël in het algemeen en Joodse kolonisten in het bijzonder te demoniseren.

Volgens ds. De Vreugd is overduidelijk dat het ICCO de Joodse staat wil opheffen. Hij wil van de minister weten of hier sprake is van misbruik van ontwikkelingsgelden. ICCO is een zwaar door Ontwikkelingssamenwerking gesubsidieerde organisatie. CvI vindt dat er sprake is van politieke agitatie tegen de Joodse staat en eenzijdige propaganda ten gunste van de Palestijnse Autoriteit en de PLO.

Typerend vindt CvI dat Israël volgens ICCO door wegblokkades en controleposten de bewegingsvrijheid van de Palestijnen zou belemmeren. Deze maatregelen zijn echter noodzakelijk om Israëlische burgers tegen terrorisme te beschermen, aldus ds. De Vreugd.