Aanvankelijk zou de eerste paal voor het windpark al in 2015 de grond ingaan, maar de paartijd van de bruinvissen gooide roet in het eten. Vorig jaar zomer werd de laatste van de 150 windmolens geplaatst. Op dat moment leverden al 105 molens stroom aan het Nederlandse net.

Gemini is met het opgestelde vermogen van 600 megawatt het grootste Nederlandse windpark op zee. De eerdere parken op de Noordzee –Amalia, Luchterduinen en Egmond– hebben samen een opgesteld vermogen van 357 megawatt. Met Windpark Gemini is het opgestelde Nederlandse windvermogen op zee dus in één keer verdrievoudigd. Het is nog maar het begin van het windoffensief op zee.

Pronken met de titel ”grootste windpark” kan Gemini tot ongeveer 2020. Dan verrijzen voor de Zeeuwse kust de windparken Borssele III en IV, elk met een vermogen van 680 megawatt. Samen leveren beide parken genoeg voor 2 miljoen huishoudens.

Windpark Gemini krijgt tot 2032 –de economische levensduur van het park– in totaal 4,5 miljard euro subsidie. Die zogeheten SDE±subsidie is voorlopig nodig om de prijs van de stroom uit het park omlaag te brengen tot prijs van de goedkope stroom van elektriciteitscentrales.

Trend

Opvallend genoeg daalt de subsidie van nieuwe windmolenparken steeds verder. Borssele III en IV bijvoorbeeld krijgen elk nog zo’n 300 miljoen euro subsidie, terwijl nieuwe windparken voor de Duitse kust helemaal geen subsidie meer nodig hebben. De trend is duidelijk: stroom van windparken op zee wordt langzamerhand even goedkoop als stroom uit elektriciteitscentrales op fossiele brandstoffen.

Hoe dat komt? Het vermogen van windmolens wordt steeds groter en de mast steeds hoger. De Siemens SWT-4.0-molen met een capaciteit van 4 megawatt is feitelijk beproefde techniek; betrouwbaar, maar niet direct het neusje van de zalm. Fabrikant Siemens heeft namelijk ook molens met vermogens tot 8 megawatt beschikbaar voor toepassingen op zee. Hoe groter en hoger de molen, hoe meer wind hij vangt, hoe efficiënter hij elektriciteit opwekt en hoe minder onderhoud hij vergt per opgewekt megawattuur. Dat de staalprijs momenteel laag ligt, helpt ook al mee aan lage exploitatiekosten.

Dat windenergie de potentie heeft om de energiebehoefte van een land volledig af te dekken, bewijst Denemarken. Deense windparken wekken op winderige dagen tussen de 116 en de 140 procent van de Deense elektriciteitsvraag op. Het overschot wordt afgenomen door Duitsland, Noorwegen en Zweden. Denemarken wil in 2020 minimaal 50 procent van de energiebehoefte opwekken met windmolens.

Tegelijk geven deze cijfers aan dat de energie die windmolens opwekken nogal kan fluctueren. Daarom zijn elektriciteitscentrales die draaien op aardgas, steenkool of biomassa voorlopig nog onmisbaar om deze schommelingen op te vangen.

Opmerkelijk

Eigenaar van Windpark Gemini is een consortium onder leiding van het Canadese energiebedrijf Northland Power. De grote afnemer van de groene stroom van het Gemini-windpark is de Zeeuwse energiemaatschappij Delta. Het contract loopt tot 2024.

Met de bouw van het windpark, dat al enkele weken operationeel is, is een bedrag van 2,8 miljard euro gemoeid. Het park moet de jaarlijkse CO2-productie van Nederland met 1250 miljoen ton omlaag brengen.

De plek van het 68 vierkante kilometer grote Windpark Gemini is opmerkelijk. Het ligt ingeklemd tussen scheepvaartroutes en een militair oefenterrein dat grenst aan de kwetsbare Waddenzee. Daarmee moest aannemer Van Oord ook rekening houden tijdens de aanleg van de 110 kilometer lange stroomkabel van 220.000 volt naar Eemshaven. De afstand tot de kust bleek groot genoeg om de protesten tegen het park tot een minimum te beperken.

Windpark Gemini in cijfers

• Plaats: 55 kilometer boven Ameland.

• Omvang: twee keer 34 vierkante kilometer.

• Productie: 2,6 terawattuur, genoeg voor 1,5 miljoen mensen.

• CO2-reductie: 1250 miljoen kilogram per jaar.

• Banen: 500-600 nieuwe banen.

• Windmolen: Siemens SWT-4.0, 4 megawatt.

• Capaciteit: 150 turbines van 600 megawatt.

• Masthoogte: 88,5 meter.

• Rotortiphoogte: 154 meter.

• Turbinemassa: 1347 ton.

• Bouwkosten: 2,8 miljard euro.

• Subsidie: 4,5 miljard euro over 15 jaar