Programmeerles voor Rotterdamse kinderen
Om jongeren in een vroeg stadium warm te maken voor het werk als programmeur, krijgen Rotterdamse basisschoolleerlingen vanaf deze maand hun eerste lessen in het vakgebied. „We willen meisjes al prikkelen op een leeftijd waarop ze nog geen vooroordelen hebben.”
Natuurlijk gebeurt het spelenderwijs. Het lesprogramma dat de TU Delft, Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) en softwareontwikkelaar Connectis ontwikkelden voor de leerlingen van groep 6 tot en met 8, moet de kinderen vooral op een eenvoudige manier de eerste beginselen van het programmeren bijbrengen. Je kunt het nog geen echte ict noemen, zegt woordvoerder Marnie van Duijnhoven. „We leren de kinderen manieren aan om logisch na te denken. In groep 8 zijn ze dan rijp om aan de slag te gaan met simpele programmeerprogramma’s.”
Behoefte
Maar speels of niet, het lespakket is wel degelijk opgesteld vanuit een dringende behoefte. We hebben in Nederland te weinig programmeurs, en de initiatiefnemers verwachten dat de achterstand de komende jaren alleen maar zal groeien. Het betekent dat iemand die zich bekwaamt in softwareontwikkeling straks een goede kans op een interessante baan heeft. Van Duijnhoven: „Daarvoor is het belangrijk om kinderen op jonge leeftijd enthousiast te maken. Door op basisscholen al iets aan te bieden, hopen we dat scholieren in het voortgezet onderwijs makkelijker voor exacte vakken kiezen en uiteindelijk in de richting van informatica gaan.”
In tegenstelling tot het imago dat eraan kleeft, is programmeren volgens de ontwikkelaars van het lesprogramma „een van de creatiefste activiteiten die er bestaan.” „Programmeurs helpen processen te automatiseren”, zegt Van Duijnhoven, die hoopt dat vooral ook meisjes geïnteresseerd raken in het vak. „In Nederland voelen meisjes zich minder snel aangetrokken tot technische vakken. Het lijkt cultureel bepaald. De laatste jaren kiezen ze er op het voortgezet onderwijs gelukkig al iets vaker voor, maar ze haken weer af als ze aan een studie beginnen. Ergens worden ze negatief beïnvloed, lijkt het. We denken dat het goed is om hen al aan techniek te laten wennen voordat ze aan vooroordelen worden blootgesteld.”
Scratch
De lespakketten bestaan in eerste instantie uit vier lessen. Leerlingen werken hierin met de programmeertaal Scratch. Voor scholen die enthousiast zijn, heeft de TU Delft een extra serie onlinelessen ontwikkeld. Van Duijnhoven: „We zijn een beetje afhankelijk van de leerkrachten, hopelijk gaan ze na die vier lessen door. Elke school heeft genoeg vrije ruimte buiten het reguliere programma, dus de programmeerlessen hoeven niet ten koste te gaan van taal en rekenen.”
De lessen worden gegeven door studenten van de TU Delft. SIDN levert de benodigde laptops. In de loop van deze maand zijn de eerste scholen aan de beurt. Voorlopig richt het project zich op basisscholen in Rotterdam. Maar de initiatiefnemers overwegen heel Nederland erbij te betrekken.