Irak toont de toekomst van veel landen in Midden-Oosten
De strijd om Islamitische Staat (IS) uit de Iraakse stad Mosul te verdrijven, is al zes maanden aan de gang. Amerikaanse media volgen de strijd kritiekloos. De resultaten zijn echter alarmerend.
Het Amerikaanse ministerie van Defensie (Pentagon) stelt het aantal verliezen onder de coalitietroepen op 9000, van wie de meeste slachtoffers Iraakse militairen waren. De organisatie Airwars houdt zowel in Syrië als in Irak maandelijkse statistieken bij van burgerslachtoffers. Volgens deze organisatie lag afgelopen maart het aantal burgerslachtoffers in Mosul ergens tussen de 1308 en de 2435 personen. Dit zijn huiveringwekkende getallen.
De gebeurtenissen in Mosul vormen het sluitstuk van ontwikkelingen die in 2003 in gang werden gezet. In dat jaar werd de dictatuur van Saddam Hussein beëindigd, wat de weg zou vrijmaken voor een democratische rechtsstaat. De overgangsregering van Paul Bremer besloot het Iraakse leger te ontbinden, wat betekende dat 250.000 ex-militairen plotseling geen salaris meer ontvingen. Uit wrok hierover zouden velen van hen zich bij al-Qaida in Irak aansluiten, waaruit later IS voortkwam.
Het lijkt zeker dat IS uiteindelijk in Mosul wordt verslagen. Maar dit zal niet het einde van de beweging zijn. Verschillende Iraakse bronnen hebben reeds gesignaleerd dat IS zich elders in Irak alweer aan het herstellen is. Terroristisch geweld zal deel van het dagelijks leven in Irak blijven.
Cijfers zijn kil, maar geven soms de omvang van een drama weer. Onlangs werden er statistieken gepubliceerd die er niet om liegen. Sinds 2003 werden er 430.000 Irakezen gedood en raakten er 620.000 gewond als gevolg van geweld. Irak telt momenteel 5,6 miljoen weeskinderen, en het aantal ontheemden overschrijdt de 7 miljoen. Een aantal dat momenteel trouwens snel stijgt, omdat honderdduizenden mensen proberen Mosul te ontvluchten. Veel scholen en ziekenhuizen zijn verwoest of functioneren niet meer, en volgens sommige onderzoeken werkt 75 procent van de Iraakse leerplichtige jongeren om hun ouders financieel bij te staan.
Op basis van deze cijfers concludeerde de Iraakse journalist Samir Ali dat Irak sinds 2003 „eeuwen werd teruggeworpen in de tijd. Het land verkeert in een afschuwelijke situatie.” Niemand ontkent dat Saddam een dictator was. Maar Samir Ali vergelijkt wat er in 2003 gebeurde met „het behandelen van een kankerpatiënt door hem te doden.”
Eind 2011 slaakten veel Amerikanen een zucht van verlichting toen de laatste Amerikaanse militairen het Iraakse moeras verlieten. Maar inmiddels zijn ze weer met duizenden teruggekeerd. In het Pentagon wordt gezegd dat er wellicht 50.000 grondtroepen nodig zijn om IS te verslaan. Ook in Jemen en in Libië woeden burgeroorlogen. Velen vragen zich af hoe de toekomst van deze landen eruit zal zien. Wie het antwoord wil weten, hoeft slechts naar Irak te kijken.