Kolonel Boekholt: Veiligheid gaat boven alles
Op dag één van haar nieuwe functie als commandant van de luchtmachtbasis in Eindhoven kwamen meldingen binnen van misstanden. Dus in plaats van rustig haar nieuwe werkomgeving leren kennen, kon kolonel Elanor Boekholt-O’Sullivan meteen een onderzoekscommissie instellen.
„Dan wordt je voorstelrondje ineens heel anders”, zegt de eerste vrouw ooit in een dergelijke functie. Nu –driekwart jaar later– blikt ze terug op het roerige begin. En durft ze voorzichtig te zeggen dat er geen verborgen misstanden meer zijn én dat ze ingewerkt is. „Een week of twee geleden dacht ik: ja, nu weet ik waar het over gaat. Ik denk dat ik de oorzaak van de ontstane cultuur begrijp.”
De vliegbasis meldde vorig jaar zomer dat er een onderzoek zou komen naar financiële integriteitschendingen. Bedrijfsritten werden op een verkeerde manier gedeclareerd. Begin dit jaar heeft daarom een commandant zijn functie neergelegd en is een andere commandant overgeplaatst.
Vorige maand was er ook nog de kwestie met voormalig klokkenluider en piloot Victor van Wulfen. Hij had een kort geding tegen het ministerie van Defensie aangespannen, omdat hij het gevoel had dat zijn werkgever vanuit de vliegbasis Eindhoven hem doelbewust tegenwerkte door hem niet meer in te roosteren. Vijf jaar geleden trok hij aan de bel over veiligheidsincidenten op de vliegbasis. Hij werkte destijds als piloot op een Hercules-vrachtvliegtuig en werd na een procedure als klokkenluider in het gelijk gesteld. In 2015 werd hij gerehabiliteerd.
Dit kort geding verloor hij. „Het is nooit leuk om met een medewerker voor de rechter te staan”, aldus Boekholt. „Maar veiligheid gaat boven alles, daar mag nooit twijfel over zijn.”
Dergelijke kwesties zijn volgens Boekholt het gevolg van een langzaam erin geslopen cultuur bij de grote, logge organisatie die Defensie is. „Het is een meerjarenplan om een cultuurverandering voor elkaar te krijgen. Ik kies bewust niet voor een halfslachtige oplossing. Zet die olifant maar op tafel. Alles moet besproken worden, hoe gevoelig of pijnlijk ook.”
Iedere week houdt Boekholt besprekingen met haar managementteam, waarin alles besproken mag en moet worden. Of dat haar vrouwelijke accent is binnen het mannenbolwerk dat Defensie nog altijd is, weet ze niet en vindt ze ook niet relevant.
Bij haar aantreden als commandant ging het gesprek vooral over het feit dat Boekholt een vrouw is, geen piloot en ook niet van middelbare leeftijd. Dat was een grote tegenstelling met al haar voorgangers. Nu, een klein jaar later, hoort ze niets meer over die drie punten. Na een lange stilte: „Ik denk dat men dat hier vergeten is”, zegt ze. „En ja, dat is fijn.”