Consument

Koken met restjes

Kliekjeskoningin wordt Daisy Scholte wel genoemd. Die geuzennaam heeft ze te danken aan het enthousiasme waarmee ze vertelt en schrijft over haar specialisme: koken met restjes. Voor haar is de belangrijkste drijfveer daarbij het tegengaan van voedselverspilling.

Geertje Bikker-Otten
26 April 2017 18:27Gewijzigd op 16 November 2020 10:24
beeld Geertje Bikker-Otten
beeld Geertje Bikker-Otten

Scholte werd met dit onderwerp geconfronteerd toen ze als studente een huis deelde met iemand die in een week tijd gerust een heel brood weggooide. Omdat ze brood van een paar dagen oud niet meer eetbaar vond.

Hoezo, niet meer eetbaar? Je kunt er tosti’s mee bakken, broodsoep van maken, ze omtoveren tot een bodem voor een hartige taart en nog veel meer. In het uiterste geval, als je echt niets meer weet te verzinnen, kun je er altijd nog paneermeel van maken. Gewoon laten drogen en daarna fijn malen.

”Lekker koken met restjes” is Scholtes tweede kookboek over dit onderwerp. Het is een aanstekelijke uitgave, ook als je het zelf al een sport vindt om met behulp van een bodempje van dit, een handje van dat en wat je verder nog in de koelkast vindt een maaltijd klaar te maken. Het is altijd fijn om je bestaande repertoire aan favoriete recepten voor restverwerking weer eens wat uit te breiden.

Origineel is bijvoorbeeld haar recept voor strooigoedtaart, waar je zaken als pepernoten, taaitaai, rozijnen en chocoladeletter in kwijt kunt. Dat ontleende ze aan Carla’s Conditorie in Utrecht, waar ze ooit werkte en waar ze elke dag broodtaart bakken van de overgeschoten scones en kaneelbollen van de vorige dag.

Handig is Scholtes tip om groenten als een plant te behandelen en in water te zetten. Zo blijven ze langer vers. Dat werkt bijvoorbeeld voor asperges. Snijd van alle stengels een centimeter af en zet ze rechtop in een wijde kan met een bodempje water. Met kropsla gaat dat ook. In dat geval moet je een dun schijfje van de stronk afsnijden. Kies een kom of schaal waar de krop ruim in past en giet een beetje water op de bodem.

Lekker koken met restjes, Daisy Scholte, uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2017; ISBN 9789046822074; 144 blz.; € 14,99.

Arancini

Ingrediënten (voor 6 rijstballen)

  • ca. 250 g gekookte rijst, risotto of nasi

  • 1 of 2 eieren

  • restje Parmezaanse kaas

  • restje mozzarella, in zes stukjes verdeeld

  • paneermeel

  • olie om in te bakken

Bereiding

Meng de rijst met de geraspte Parmezaanse kaas en een van de eieren. Risotto is van zichzelf al vochtig en plakkerig. Als je risotto gebruikt kun je het ei achterwege laten.

Verdeel de rijstmassa in zes porties. Schep een portie in je hand, duw een holletje in het midden en leg daar een stukje mozzarella in. Boetseer de rijst erom heen en rol er een stevig balletje van. Ga zo verder tot de rijst op is.

Klop in een bakje een ei los. Strooi het paneermeel in een ander bakje. Dip de rijstballetjes eerst in het ei en daarna in het paneermeel. Ze moeten rondom met paneermeel bedekt zijn.

Verhit een laagje olie in een pan en bak de rijstballen daar goudbruin in. Of, een minder vette optie, bak ze 20 minuten in een oven van 190 graden Celsius.

Tip: zonder mozzarella zijn deze rijstballen ook lekker.

Bouillon van schillen en stronken

Waarom zou je schillen en stronken van aardappels, uien, wortels, paprika’s en aubergines weggooien als je er ook bouillon van kunt maken? Scholte verzamelt dergelijke afsnijdsels in een zak in de diepvries tot ze een aardig voorraadje heeft. Vervolgens brengt ze die aan de kook in een pan met water en een snuf zout. Na drie kwartier pruttelen heeft ze zo zelf getrokken groentebouillon tot haar beschikking.

Dat klinkt handig en eenvoudig. Maar toch twee kanttekeningen. In de eerste plaats werkt het waarschijnlijk alleen als de vriezer binnen handbereik staat. Als je elke dag met een handje schillen en stronken naar de schuur of de zolder moet is de animo er snel van af. Verder lijkt de auteur uit te gaan van zandvrije groenten. Ze heeft het er in ieder geval niet over dat je prei- en selderijstronken en wortel- en aardappelschillen voor je ze in de diepvrieszak stopt eerst grondig moet wassen. Wat een hele klus kan zijn. Want tandenknarsend soep eten, dat wil niemand. En met de bouillon zeven houd je zand niet tegen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer