Lintje moet geen strooigoed worden
Met de lintjesregen ontvingen veel mensen vandaag een koninklijke onderscheiding voor hun bijzondere activiteiten voor de maatschappij. In veel gevallen een welverdiend maatschappelijk schouderklopje, stelt Bert van Nieuwenhuizen. Maar het lintje moet niet verworden tot een vrijwilligersmedaille.
Bijna een kwarteeuw geleden werd het lintjesstelsel gedemocratiseerd. Het is vooral koningin Juliana geweest, die regeerde van 1948 tot 1980, die zich heeft ingezet voor die democratisering. Juliana heeft meerdere malen verklaard enorm het land te hebben aan de zichtbaarheid van het stelsel waarbij nog eremedailles in brons, zilver en goud werden toegekend. Zij vond dat daarmee een te sterk onderscheid werd gemaakt.
Haar streven heeft bijna een kwarteeuw terug geleid tot een vernieuwd stelsel, waarbij de eremedailles zijn vervangen door een onderscheiding: het lidmaatschap in de Orde van Oranje-Nassau. De vraag kan worden gesteld of die democratisering geslaagd is.
En het antwoord moet mijns inziens luiden: ja en nee. Ja, omdat het klassenonderscheid veel minder zichtbaar geworden is. En ja, omdat er tegenwoordig veel meer vrouwen en zelfs echtparen onderscheiden worden.
Maar nee, omdat het uniforme lidmaatschap in de Orde van Oranje-Nassau nu dreigt te verworden tot een algemene vrijwilligersmedaille. Iedereen die vijftien jaar of langer vrijwilligerswerk doet, krijgt min of meer automatisch het lidmaatschap in de Orde van Oranje-Nassau. En daarmee dreigt deze medaille te verworden tot een soort strooigoed voor de gewone mensen. Er stijgt nauwelijks nog iemand bovenuit die een ridderschap of officierschap krijgt toegekend. En dat is jammer, want er zijn echt wel mensen die zich extra weten te onderscheiden.
Ambtenaar
Lintjes worden uitgereikt in naam van het staatshoofd. De formulering is: „Het heeft Zijne Majesteit behaagd…” Maar de nuchtere werkelijkheid is dat de eerste horde voor het verkrijgen van een lintje ligt in het gemeentehuis van de plaats waar de beoogde decorandus woont. Daar moet het lintje aangevraagd worden. En hoewel de ”portefeuille lintjes” formeel een taak voor de burgermeester is, valt men dan in handen van de ambtenaar die daarmee belast is. En nu is het maar net de vraag hoe die ambtenaar in dat lintjesveld staat.
Is de ambtenaar bereid de grenzen op te zoeken om toch nog een lintje mogelijk te maken? Of om eventueel van het lidmaatschap een ridderschap of officierschap te maken? Of is die ambtenaar van het vlugge nee? Van dat laatste zijn helaas voorbeelden bekend.
Een aantal jaren terug dreigden kerkelijke vrijwilligers in Hilversum naast een lintje te grijpen omdat de desbetreffende ambtenaar het allemaal niet zo nodig vond en de aanvraag in zijn bureau had laten liggen. De aanvragers kregen daar lucht van en schakelden toenmalig minister Rouvoet in om de zaak recht te trekken. Lering uit deze gang van zaken: Laat je als aanvrager niet te gauw afschepen door een ambtenaar, maar bijt even door.
In stilte
Een zwak punt in de huidige lintjesregen is het toekennen van een hoge onderscheiding aan populaire artiesten. Officieel geldt voor het verkrijgen van een lintje dat je verdiensten moet hebben, duidelijk naast het verdiende van je dagelijkse brood. Maar waarom artiesten als vader Abraham, Marco Borsato en Paul de Leeuw dan zo hoog onderscheiden worden (Paul de Leeuw werd zelfs ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw) is niet helemaal duidelijk. Toen ik eens daarnaar informeerde bij het Kapittel van de Nederlandse Orde (de instantie die uiteindelijk over de toekenning gaat) luidde het antwoord: Maar zij doen zo veel goed in stilte. Ja ja, het zal wel.
Mijn pleidooi is om de ingezette democratisering zeker door te zetten, ook wat vrouwen, echtparen en allochtonen betreft, maar een beetje meer kleur en onderscheid te maken in het kleurloze lidmaatschap dat nu zo royaal uitgestort wordt. Laat een verdienstelijke vrijwilliger ook eens ridder of officier mogen worden.
Lintjes zijn van alle tijden en worden in alle landen toegekend. Door de vorst of door de president. Alle mensen zijn er gevoelig voor en het is vaak een welverdiend maatschappelijk schouderklopje. In de traditie van ons land dan met een oranje randje.
De auteur is oud-chef opinie van het Utrechts Nieuwsblad en schrijver van het boek ”Een lintje van de koning” (uitg. Aspekt).