„Calvijn veel genuanceerder dan Luther”
De bekende uitspraak van Luther –simul justus et peccator (tegelijk gerechtvaardigde en zondaar)– is ook toepasbaar op de christelijke kerk. Het feit dat de kerk nooit volmaakt is, maar veel gebreken vertoont, neemt niet weg dat de kerk toch heilig is, in ieder geval de roeping heeft heilig te zijn.
Dat zei ds. Alain Joly vrijdag op de derde en laatste dag van de Colloque Biblique Francophone. Ds. Joly, predikant van de lutherse Église des Billettes in Parijs, hield een lezing getiteld ”Luthers hoofdthema ”Christus en de Kerk” als hét principe voor kerkhervorming”.
Dat de kerk voortdurend hervormd moet worden, is een leus die uit het „tegelijk rechtvaardig en zondaar” valt af te leiden, zo betoogde de lutherse predikant. Het is vooral Luther geweest die benadrukte dat na de rechtvaardiging het leven van een christen een leven van continue boetedoening is. Vandaar dat de term ”Herdenking 500 jaar Reformatie” een vreemde stelling is, aldus ds. Joly. Want de Reformatie is een beweging en geen historisch feit en het hervormingsproces is nog steeds gaande.
De voorganger houdt ook niet van de typering protestantisme. Ook in Frankrijk nam de federatie van luthersen en de gereformeerde kerk in 2013 de naam protestants aan. „Verschrikkelijke naam!” zo ventileerde ds. Joly zijn ongenoegen. „In het woord protestants is niets geestelijks, daar zit geen verwijzing in naar het geloof of naar Christus.”
Diepgaand ging ds. Joly in op de uitdrukking van Luther ”was Christum treibet”. Volgens hem is dat een moeilijk te vertalen adagium. Het betekent zoiets als dat in elke Bijbeltekst Christus aan het licht moet komen. Het gaat niet alleen om „Christus buiten ons”, maar ook om „Christus in ons.” Dit wordt volgens ds. Joly heel „mooi” door Johann Sebastian Bach vertolkt als hij de woorden ”Mein Jesu” laat zingen.
De Colloque werd afgesloten met een lezing van emeritus hoogleraar dr. Paul Wells over ”Calvijn en de vrijheid van de wil”. Als Luther met Calvijn op dit punt wordt vergeleken, dan is er zowel continuïteit als discontinuïteit. Calvijn staat volledig aan Luthers kant in het debat met Erasmus, maar Calvijn is wat gereserveerder en brengt nuances aan. Calvijn spreekt over tweeërlei benaderingen en maakt een onderscheid tussen ”wil” en ”keus” om zo enige ruimte te maken voor keuzevrijheid in het menselijk vlak.
Met Luther stemt Calvijn in dat de mens tot zijn zaligheid niets toedoet. „Onze bijdrage is niets, alleen de zonde is van ons”, zo citeerde dr. Wells uit de ”Institutie” van Calvijn. In de bekering moet de wil geheel vernieuwd en hervormd worden. Calvijn vat de bekering niet op als één moment, maar als het leven omspannend.
Calvijn weigert volgens dr. Wells met Chrysostomus mee te gaan, die zei datde goddelijke genade uitgaat „tot ieder die bereid is de genade te ontvangen.” Calvijn wil de soevereiniteit van God handhaven zonder af te doen van de menselijke verantwoordelijkheid.
Calvijn staat volgens Wells zij aan zij met Luther in zijn aanval op Erasmus, maar Calvijn meende Erasmus beter te bestrijden door een onderscheid te maken tussen de terreinen „van het menselijke vlak” en de zaken die de zaligheid aangaan. Wells over het menselijke vlak: „Een mens is wel vrij om een keuze te maken tussen Marie of Sophie, al gaat dat ook niet buiten Gods wil om.”
Calvijn is veel genuanceerd dan Luther, meer pedagogisch en minder polemisch, vindt dr. Wells. „Het is daarom onbegrijpelijk dat in de beeldvorming, de mythologie of hagiografie na de Reformatie Calvijn de reputatie kreeg van de ”wrede wolf van de uitverkiezing”, terwijl Luther in de beeldvorming altijd de sympathieke figuur bleef. Geheel onterecht, want in feite was Luther veel rigoureuzer dan Calvijn.”