Landbouw buigt voor Brusselse regels
DEN HAAG - Minister Veerman van Landbouw en staatssecretaris Van Geel van Milieu hebben aan het eind van de middag een nieuw mestbeleid gepresenteerd. Aan deze plannen gaat een jarenlange geschiedenis vooraf.plattekst (u15,1,0(Begin oktober 1998 komt in het nieuws dat de Europese Commissie vindt dat Nederland onvoldoende maatregelen neemt om vervuiling van het grondwater met nitraat, een belangrijk bestanddeel van mest, te voorkomen. Brussel maant Den Haag daarom tot verbetering.
Deze waarschuwing, de zogeheten ingebrekestelling, kan de eerste stap zijn van een juridische procedure van de Commissie tegen Nederland bij het Europese Hof van Justitie. Het blijkt inderdaad de opmaat van een rechtszaak, waarmee Brussel ons land wil dwingen zijn mestbeleid zodanig aan te passen dat daarmee de doelen van de Europese Nitraatrichtlijn worden gehaald. Die richtlijn is bedoeld om verontreiniging van het grondwater en van het oppervlaktewater door nitraat uit de landbouw terug te dringen en te voorkomen.
De rechtszaak begint niet direct na de officiële waarschuwing. Toenmalig landbouwminister Brinkhorst slaagt erin uitstel te krijgen en past tussentijds het Nederlandse mestbeleid aan in een poging aan de Nitraatrichtlijn te voldoen. Het kabinet zoekt zijn heil vooral in strengere normen.
In Brussel malen de ambtelijke molens gestaag verder. In januari 2000 lijkt het erop dat de Commissie Nederland „hoogstwaarschijnlijk” voor het hof zal dagen. De aangekondigde aanscherpingen hebben eurocommissaris Wallström van Milieu klaarblijkelijk niet kunnen overtuigen.
Twee maanden later is het zover. De Commissie start een procedure omdat het mestbeleid niet voldoet aan de Europese milieunormen. Brussel onderscheidt een aantal tekortkomingen. De belangrijkste is dat het Nederlandse stelsel niet is gebaseerd op gebruiksnormen. Die schrijven precies voor hoeveel mest een boer op zijn land mag uitrijden. Ons land heeft daarentegen gekozen voor een stelsel op basis van zogeheten verliesnormen. Als uit dat mineralenaangiftesysteem (Minas) blijkt dat er op een bedrijf sprake is van een te groot mestoverschot, krijgt de boer een boete.
Ondanks de kritiek lijkt het aangescherpte mestplan van minister Brinkhorst nu toch in goede aarde te vallen. „Een veelbelovende stap in de goede richting”, oordeelt Brussel. „Onze inzet is toen steeds geweest om te laten zien dat je met Minas ook de Europese doelen kunt halen, maar dan op een fijnzinniger manier”, licht een woordvoerder van het ministerie van Landbouw desgevraagd toe.
Alle inspanningen ten spijt, het blijkt onvoldoende. Vijf jaar na de eerste officiële waarschuwing in 1998 velt het Europese hof een keihard oordeel. Het Minas-systeem deugt niet. De Europese regels, die slechts een verspreiding van 170 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare toestaan, worden bij lange na niet gehaald. Ons land ontkomt niet aan een stelsel met gebruiksnormen, stellen Veerman en Van Geel in maart 2003 in hun reactie op de uitspraak van het hof.
De bewindslieden gaan snel aan de slag om een nieuw systeem te ontwerpen. Ze maken van de nood een deugd, want dat nieuwe stelsel zal veel minder regeltjes bevatten dan Minas, waardoor het minder administratieve lasten met zich meebrengt. Aan ontduiking van de hofuitspraak denkt het kabinet niet. Dat zou namelijk met zich meebrengen dat ons land kan fluiten naar de ontheffing die bepaalde boeren nu krijgen op de mestnormen, waardoor ze meer mogen uitrijden dan de voorschreven 170 kilo. En dat zou een forse reductie van de agrarische stand betekenen.
Van Geel meldt in december vorig jaar, als hij de grote lijnen van het nieuwe mestbeleid uiteenzet, dat het nieuwe stelsel op tijd klaar zal zijn. De benodigde ontheffing is daarmee in principe veiliggesteld, zegt hij. Definitief geregeld is het nog niet. Daarvoor moet de Commissie eerst akkoord gaan met de plannen die Veerman en Van Geel vandaag presenteren.
In die plannen geven de bewindslieden niet alleen aan hoe Nederland de Nitraatrichtlijn zal uitvoeren, maar ook hoe ons land gaat voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarin staat aan welke normen Nederland moet voldoen als het gaat over de uitstoot van fosfaat. De vrees leeft dat ons land in 2015 niet aan de dan geldende strenge eisen zal voldoen. Het kabinet bepaalt daarom nu al hoe ze die richtlijn wil gaan uitvoeren. Want, aldus een landbouwwoordvoerder, „we moeten voorkomen dat we weer de deksel op onze neus krijgen.”