Kerk & religie

Predikanten vol „onbenoembaar verlangen”

Verlangen naar het absolute. Het is een gemeenschappelijke eigenschap van de dertien auteurs van het boek ”Met Passie: jong, theoloog en predikant”. Deze conclusie werd dinsdag getrokken tijdens de presentatie van het boek in theologisch centrum Hydepark in Doorn.

Van een medewerker
19 May 2004 10:19Gewijzigd op 14 November 2020 01:14

Coen Verboom van uitgeverij Kok bood de paperback, met op het omslag een groot oog en het cijfer 13, aan de twee redacteuren aan. Redacteur Theo Hettema, onderzoeker aan de kerkelijke opleiding van de Universiteit Leiden, zei dat de eerste generatie theologen na de Tweede Wereldoorlog een „woord voor de wereld” had. De volgende generatie begreep de vragen wel, maar wist het ook allemaal niet meer. „Nu zien we een groep mensen die zich openlijk laten leiden door verlangen. We horen nauwelijks de grote woorden van een verlangen naar gerechtigheid, naar het Koninkrijk van God. Het is veeleer een onbenoemd en onbenoembaar verlangen.”

De auteurs, die deze nieuwe „zelfbewuste” predikantsgeneratie vertegenwoordigen, zijn volgens Hettema authentieke mensen zonder grote verhalen en grote leermeesters. Ze zetten zich niet af tegen anderen, maar hebben een eigen zeggingskracht. In hun verhalen bespeurt de initiatiefnemer van het boek geen grote theologische worstelingen. Er staat in het boek ook weinig over het privé-leven van de schrijvers, omdat ze werk en privé gescheiden houden. Voor de „geloofsoverdracht” hebben in nogal wat gevallen grootouders veel betekend. Veel auteurs deden eerst een andere studie voordat ze theologie gingen studeren. Ze hebben naast hun passie voor de theologie ook hartstocht voor (pop)muziek, beeldende kunst en literatuur. De redacteur miste in hun verhalen het missionaire elan en de aandacht voor het diaconaat. Alle schrijvers erkennen volgens hem het belang van geloofsvorming en geestelijke groei. Spiritualiteit is bij deze generatie niet verdacht.

Welk type predikanten hebben het boek geschreven? Redacteur Desiree Berendsen, als godsdienstfilosoof verbonden aan de Universiteit Antwerpen, zei dat gezocht is naar afgestudeerden aan alle Nederlandse protestantse theologische faculteiten. Het moesten authentieke mensen zijn met een eigen verhaal.

Theo Hettema vulde aan: „We hebben gezocht naar een goede man-vrouwverhouding en wilden laten zien dat de middenorthodoxie geen kleurloos geheel is. Het boek is een hart onder de riem voor collega’s uit het midden van de kerk, die met gelijksoortige vragen zitten.”

„Waar blijft het gesprek met mensen in meer evangelische kring, waar de prediking floreert?” wilde een aanwezige weten. Hettema: „Laat ik het opvatten als een uitnodiging om het gesprek aan te gaan. Misschien komt er wel een vervolg op dit boek.”

Predikante H. Smits uit Oudkarspel hield mini-interviews met twaalf van de dertien auteurs van het boek. „Wie van u komt terug van vakantie voor de begrafenis van een gemeentelid?” Een van de twaalf steekt de vinger op. Een paar anderen zouden het in sommige gevallen doen.

„Wie heeft er geen last van een Messias-complex?” Drie handen gaan omhoog.

„Wie bidt er wel eens?” Tien van de twaalf reageren positief.

Ds. T. Bouw uit Gouda legt uit wat het verlangen voor haar betekent: „Het heeft te maken met iets dat groter is dan mezelf. Het is een diepe passie voor het geloof.” Ds. E. Hulsman kent verlangen naar heelheid, geborgenheid en een omvattend verband.

Dr. W. Reedijk uit Boxtel verlangt naar de stilte. „Ik ben op zoek naar de stilste plek van Nederland. Wat hoor je als het stil is? Leg alle andere dwingende stemmen het zwijgen op en zorg ervoor dat het stil wordt, in jezelf, in je werk en in je kerk. Oefen je daarin, want het is echt een opgave het zo stil te laten worden. Die stilte heb je wel nodig om in de Bijbel woorden te horen en dingen te zien die er echt toe doen.”

Ds. U. Doedens uit Zuid-Beijerland vindt het vele gepraat over authenticiteit alweer passé. „We moeten er doorheen, het kan de prullenbak in. Het gaat erom of je ja of nee zegt tegen het Evangelie.”

Ds. R. Abma uit Vreeland heeft een andere mening. „Het gesprek in de classis is om te janken, als je praat met mensen uit de polder die het steeds maar weer op Jezus Christus gooien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer