Muziek

Martien van der Zwan: Afwisseling in stijl fijn voor kerkganger

Hij houdt van het ouderwetse componeren: met papier, potlood en gum achter het orgel. „Ik gebruik nog net geen ganzenveer”, grapt musicus Martien van der Zwan. „Pas als de bewerking klaar is, zet ik deze in de computer.” Zijn productie lijdt er niet onder. Geregeld verschijnen er nieuwe bewerkingen van zijn hand. Recent een bundel met korte voorspelen bij de 150 psalmen voor de kerkorganist.

Evert van Dijkhuizen
21 April 2017 19:26Gewijzigd op 16 November 2020 10:22
Martien van der Zwan. beeld Martien van der Zwan
Martien van der Zwan. beeld Martien van der Zwan

Daarmee is Van der Zwan voor de derde keer alle psalmen langs geweest. „De eerste ronde waren zeven deeltjes met korte voorspelen, verschenen bij de Rijssense uitgeverij Cantique”, vertelt de Alphense musicus. „Dat was in de periode 2006 tot 2012. In 2014 verscheen mijn koraalboek met uitgebreide voorspelen en koraalzettingen bij de psalmen. De verkoop daarvan loopt prettig door. Ik ben er nu zo’n 800 kwijt. Dat stimuleerde me om nog een keer een bundel met korte voorspelen te maken.”

Waar hij de inspiratie vandaan haalt? „Tja, dat is soms best lastig. Zeker bij psalmen die meerdere keren voorkomen met dezelfde melodie, zoals 66, 98 en 118 en 24, 62, 95 en 111. Ik luister veel naar klassieke muziek. In allerlei stijlen: barok, romantiek en vroegmodern. Soms hoor ik mooie thema’s. Die kopieer ik niet, maar ze stimuleren me wel. Zoals het voorspel bij Psalm 71: dat lijkt op een thema uit de ”24 pièces en style libre” van Louis Vierne.”

Sommige componisten geven aan dat hun psalmbewerkingen ooit als improvisatie in de eredienst zijn ontstaan. Bij Van der Zwan is dat niet zo. „Echt improviseren doe ik niet veel. Ik ben meestal niet tevreden over het resultaat. Wel voorbereid improviseren. Ik werk een thema op papier uit en laat de rest spontaan ontstaan.”

Componeren is ambachtelijk werk, stelt Van der Zwan. „Hoe meer je het doet, hoe handiger je wordt. Bijvoorbeeld in het oplossen van harmonische problemen. Qua stijl durf ik steeds verder te gaan. Zo staan er in de laatste bundel ook gematigd moderne voorspelen. Maar ik trek wel een grens. Mijn muziek moet in traditionele kerkdiensten gespeeld kunnen worden. Anders schiet ze haar doel voorbij. Ik hanteer bewust een brede stijl: van Sweelinck via Bach en Widor naar Alain. Ik kan niet anders. Ik vind de verschillende muzikale stijlen zo ontzettend mooi. Afwisseling in stijl is ook voor de kerkganger fijn om naar te luisteren.”

Van der Zwan richt zich qua niveau op de gemiddelde amateurorganist. „Met enige studie zullen de meeste organisten in onze kerken deze bewerkingen kunnen spelen.” Verslaafd aan het componeren is de Alphense musicus nog net niet. „Maar als ik een uurtje vrij heb, ben ik aan het schrijven. Mijn vrouw moet af en toe zeggen: We gaan nú koffiedrinken.”

”Voorspelen bij de 150 Psalmen”, Martien van der Zwan; uitgave in eigen beheer, 2017; ISBN 978-90-822230-2-6; 124 blz.; € 39,95; bestellen via www.martienvanderzwan.nl en de christelijke boekhandel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer