Nog geen besluit over uitleveren Marokkaan
De rechtbank in Roermond heeft dinsdag de behandeling van een uitleveringsverzoek van Marokko aangehouden. De rechters vonden het verzoek om de 29-jarige K. B. uit het Belgische Maaseik uit te leveren te vaag.
De man, met een Belgische en een Marokkaanse nationaliteit, wordt verdacht van betrokkenheid bij terroristische activiteiten in Marokko. Hij werd op 27 januari tijdens een verkeerscontrole in Limburg aangehouden. De rechtbank wil van de Marokkaanse autoriteiten concrete feiten en omstandigheden vernemen alvorens een oordeel te vellen over het uitleveringsverzoek.
In Nederland is nog nooit iemand uitgeleverd aan een land waarmee geen uitleveringsverdrag is. Alleen als de Marokkaanse autoriteiten precies kunnen aangeven met welke door de man verworven financiële middelen welk terroristisch feit is gepleegd, is het mogelijk hem uit te leveren. Nederland heeft geen uitleveringsverdrag met Marokko, maar op basis van een verdrag van de Verenigde Naties uit 1999 is uitlevering toch mogelijk. Het regelt de bestrijding van de financiële ondersteuning van terrorisme.
Na de zelfmoordaanslagen op 16 mei 2003 in Casablanca heeft de Marokkaanse justitie een onderzoek ingesteld naar de groep waarvan de 29-jarige Belg lid zou zijn. De islamitische Marokkaanse organisatie waar hij deel van zou uitmaken, heeft volgens de autoriteiten connecties met al-Qaida. De groep zou ontmoetingen hebben gehad met Osama bin Laden en de tweede man van al-Qaida, Ayman al-Zawahiri. De Belg zou volgens het uitleveringsverzoek een paramilitaire training hebben ondergaan om tot de organisatie toe te kunnen treden. Binnen de organisatie zou hij zijn belast met het opzetten van een Belgische cel, het rekruteren van nieuwe leden en het werven van fondsen.
Op vrijdag 9 juli zet de rechtbank de behandeling voort.