Bot bepleit passage over christendom
De Nederlandse regering blijft ijveren voor een verwijzing naar de Joods-christelijke traditie in het voorwoord bij de beoogde Europese grondwet.
Minister van Buitenlandse Zaken Bot heeft de wens de afgelopen dagen weer eens onder de aandacht gebracht van Ierland, dat momenteel als voorzitter van de EU fungeert. Onder de overige lidstaten hecht vooral Polen er sterk aan het geloof in God te noemen als bron voor de gemeenschappelijke waarden of in ieder geval in een passage over de wortels van Europa de bijdrage van het christendom te vermelden. Uiteindelijk is onder de 25 landen unanimiteit vereist. Frankrijk en België zijn tegenstanders van het specifiek aanduiden van een godsdienst.
De kwestie vormt een van de geschillen waarvoor nog een oplossing moet worden gevonden in het beraad over het op te stellen constitutioneel verdrag. Het ligt in de bedoeling halverwege volgende maand, tijdens een top in Brussel, de onderhandelingen tussen de regeringen af te ronden. Een eerdere poging om overeenstemming te bereiken, in december, mislukte.
De afgelopen twee dagen hebben de ministers van Buitenlandse Zaken uitvoerig overlegd over de resterende knelpunten. Dat leverde echter weinig vooruitgang op. Het optimisme dat de laatste tijd te beluisteren viel over de kansen op een akkoord in juni lijkt enigszins getemperd. Bot zei dinsdag dat hij „een moeilijke, stevige top” verwacht, die wel enkele dagen kan duren.
Belangrijke dossiers waarover meningsverschillen bestaan, betreffen de spelregels voor de besluitvorming bij meerderheid, waarbij de machtsverhoudingen tussen de lidstaten in het geding zijn, de omvang van de Europese Commissie en de vraag op welke terreinen het vetorecht wordt gehandhaafd. Volgens Bot komen daar „nog wel enkele onderwerpjes bij.”