„Prediking in gemeente gericht op relatie met God”
„In de christelijke gemeente gaat het om een levende relatie met God, daar is de prediking voor bedoeld en op gericht.” Dat zei ds. J. B. ten Hove, hervormd predikant in Veenendaal, dinsdagmiddag in Doorn.
Ds. Ten Hove was een van de sprekers op de ontmoetingsdag voor studenten theologie met een late roeping, veelal deeltijdstudenten. Ongeveer dertig personen bezochten de ontmoetingsdag, die was georganiseerd door het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.
De predikant uit Veenendaal sprak over ”Prediking in de gemeente van Christus”. Hij noemde twee uitersten als het gaat om de visie op de christelijke gemeente: allereerst de benadering waarin alle aandacht is gericht op hen die nog ongelovig en onbekeerd zijn. „Ik vraag mij af in hoeverre wij hier nog mee te maken hebben in de Gereformeerde Bond.”
Een ander uiterste noemde ds. Ten Hove de prediking waarin wordt gezegd dat ieder gemeentelid persoonlijk deelt in het heil van Christus. „De gemeente is van Christus, maar dát is een prediking waarin de hoogspanning van de bediening van de verzoening ontbreekt.”
De grondstructuur van een verbond bestaat uit twee elementen, aldus de predikant in de vragenbeantwoording. „Belofte en eis. Wanneer de belofte ontbreekt, blijft alleen de eis over en wordt een mens op zichzelf teruggeworpen. Wanneer de eis ontbreekt, blijft er een verbondsautomatisme over, waarbij God niet nodig is”, zo zei hij naar aanleiding van Genesis 17.
De beloften hebben betrekking op heel de gemeente van Christus, op soortgelijke wijze als op het volk Israël, aldus ds. Ten Hove. „In sommige afgescheiden kringen zegt men dat de kinderen wel leven op het erf van het verbond, maar dat de verbondsbeloften voor hen niet zijn. In de Bijbel wordt echter nergens gesproken over het erf van het verbond, iedere Israëliet was een verbondskind.”
Het grondpatroon van het verbond wordt duidelijker in het Nieuwe Testament, zegt de predikant. „Als God Zijn Zoon zendt, dan is dat niet om te vertellen dat het wel goed zit. Hij komt om Zijn verbondsvolk te redden van hun zonden.”
De Heilige Geest eigent een zondaar toe wat hij in Christus heeft. „Hij zorgt ervoor dat de verbondsbeloften je brengen bij de Middelaar van het Verbond. De verbondsbeloften worden beantwoord door een levend geloof. Dat geloof is er niet vanzelfsprekend, maar ware gelovigen worden wel geboren in de gemeente van Christus door middel van Gods Woord.”
Ds. J. Belder uit Harskamp hield een lezing over ”Pastoraat in een gebroken samenleving”. Het woord pastor betekent herder. „Kernwoorden voor een herder zijn leiden en zorgen voor. De Heere Jezus is het beeld van de volmaakt goede Herder.”
Een andere metafoor die in het verband van het pastoraat gebruikt wordt, is die van reisgenoot, zei de hervormde emeritus predikant. „Een mooie illustratie daarvan vind je in de geschiedenis van de Emmaüsgangers. Jezus neemt de tijd voor de beide mannen die Hij ontmoet, Hij peilt hun verdriet, maar brengt hen ook verder. Uiteindelijk komen ze bij de geopende Schrift terecht.”
De Reformatie en de Nadere Reformatie hechtten volgens ds. Belder grote waarde aan het geregelde huisbezoek. „Primair gaat het dan om het zoeken naar de vrucht van de prediking: wat doet het Woord met ons en welke zeggenschap heeft het in ons leven?” Hij gaf de studenten mee om met het hart de mensen te bezoeken. „Maar laat het verstand niet thuis en ga vooral met God, achter de Goede Meester aan.”
Aan het eind van de dag sprak ds. W. G. Sonnenberg, predikant in Veessen, met zijn vrouw over predikant-zijn in de gemeente.