Geloof in Mij
Johannes 11:25a
„Jezus zei tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven.”
Jezus zegt: Wie in Mij gelooft, die heeft Mij. Wie ben Ik dan? „Ik ben de Opstanding en het Leven.” Daarom heeft ook wie in Mij gelooft de opstanding en het leven. Daarom moet u Mij en de opstanding en het leven niet van elkaar scheiden. Maar wie in Mij gelooft, die zal weer opstaan en leven.
Wanneer Hij die Opstanding Zelf is, dan volgt daaruit dat wie in Hem gelooft ook de opstanding en het leven heeft, en ook van de dood moet opgewekt worden en het leven hebben, zodat hij weer opstaat en weggaat en het graf leeg laat. Dat gelooft nu een christen en hij laat de wereld spotten. Het geloof grijpt de opstanding en het leven aan. Dat is Christus Zelf. Als Hij de Opstanding is, dan moet de gelovige ook niet sterven, en als hij sterft en begraven wordt, dan moet hij weer leven: Waarom? Wel, hij gelooft: Leef dan en zie slechts op Christus. Want al sterft u en al wordt u begraven en al valt u de wormen ten prooi, u zult weer uit de dood opstaan en leven. Dat is het geloof van christenen, dat wij de ogen van onze harten openen en weten dat als wij sterven moeten, onze dood geen dood of sterven is, maar een ingang ten leven.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Vanaf lijdenstijd en opstanding”, 1540)