Opinie

Actieve donorregistratie waarborgt volledige keuzevrijheid

Het is onjuist om te stellen dat bij actieve donorregistratie organen in beginsel toekomen aan anderen (Gerard Adelaar, RD 1-4; Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink en Elise van Hoek-Burgerhart, RD 10-4). De overheid blijft het zelfbeschikkingsrecht van overledenen respecteren, aldus prof. dr. G. van den Brink en B. de Jong.

prof. dr. G. van den Brink en B. de Jong
12 April 2017 13:55Gewijzigd op 16 November 2020 10:17
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

Het maken van een keuze rondom orgaandonatie is ook onder de huidige wetgeving verplicht. Immers, wanneer in de huidige situatie een potentiële donor niets heeft geregistreerd, worden nabestaanden alsnog verplicht een keuze te maken. Dit op een emotioneel zwaar en onmogelijk moment. Het is dus een denkfout dat niet-kiezen in de huidige wet een keuze is die geaccepteerd wordt. In essentie gaat het in de discussie over het huidige registratiesysteem en het ADR-systeem om de vraag wie deze verplichte keuze moet maken.

Juist in de huidige situatie rondom orgaandonatie is er veelal geen sprake van zelfbeschikking van de overledene. Daar waar 60 procent van de Nederlanders zich niet laat registreren, kan er nu eenmaal niet worden geluisterd naar de wil van de overledene. Hun naasten zullen in voorkomende gevallen dan de verplichte keuze moeten maken. Feitelijk heeft Nederland daarom geen toestemmingssysteem, maar een ”geen bezwaar tegen delegatie”-systeem. Juist dat voldoet dus niet aan het principe dat ieder mens zelf mag bepalen wat er na zijn of haar dood met het eigen lichaam gebeurt.

Het recht om over het eigen lichaam te beschikken, kan alleen dan worden gerespecteerd als er toestemming is gevraagd én gegeven.

Geen duidelijkheid

In het geval dat nabestaanden een keuze maken in lijn met de wil van de overledene hoeft deze situatie niet problematisch te zijn. Dit is echter vaak niet het geval. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat meer dan 60 procent van de Nederlanders bereid is om na de dood organen af te staan. Desondanks staat maar 24 procent van de Nederlanders geregistreerd als donor. Zoals in ons vorige artikel (RD 29-3) genoemd, leidt dit niet-registreren tot een grote emotionele belasting van nabestaanden. In een moeilijke situatie rond het overlijden van een dierbare besluit twee derde dan ook geen toestemming te geven. Dit omdat ze vanwege de afwezigheid van registratie twijfelen en gaan voor een ‘veilig nee’.

In deze situatie is de kans groot dat er in het geheel niet wordt voldaan aan de wil van de overledene. Tegen zijn of haar wil wordt donatie geweigerd. Dan hebben we het nog niet gehad over de omgekeerde situatie waarbij een overledene helemaal niet wilde doneren, maar zijn familie bij gebrek aan duidelijkheid toch toestemming geeft. Deze situatie is zeer onwenselijk en leidt bij meer dan 43 procent van de nabestaanden tot spijt over de genomen beslissing.

Wil van de overledene

Binnen het huidige registratiesysteem is er dus een grote kans dat er geen recht wordt gedaan aan de wil van overledenen, wat bovendien leidt tot grote emotionele belasting van nabestaanden. Het ADR-systeem daarentegen doet wel recht aan de zelfbeschikking van potentiële donoren. Evenals in het huidige systeem is het maken van een keuze verplicht – zij het dan nu door de persoon in kwestie zelf. Dit is een kleine inperking van de persoonlijke vrijheid, gerechtvaardigd door het maatschappelijk belang van orgaandonatie. Een groot voordeel van het ADR-systeem daarentegen is dat de keuze niet langer kan worden afgewenteld op de nabestaanden.

Het daadwerkelijk respecteren van de wil van de overledene wordt hierbij realiteit. Daarnaast blijven burgers volledig vrij in de keuze die ze maken. Er wordt ook geen enkele druk uitgeoefend om voor een ja te kiezen. Er wordt alleen een einde gemaakt aan de vrijblijvendheid. Bovendien wordt ieder volgens het huidige wetsvoorstel bij het ophalen van officiële documenten aanhoudend herinnerd aan het feit dat men geregistreerd staat. Ten slotte kan deze inschrijving op elk willekeurig moment worden gewijzigd.

Nood

Tegenstanders van het ADR-systeem gebruiken stevige woorden om hun ongenoegen kenbaar te maken. Bij instemming met het wetsvoorstel zou er van vrijwilligheid geen sprake meer zijn, maar worden burgers gedwongen tot een keuze. Daarnaast zou de lichamelijke integriteit worden geschonden en zou de overheid organen in beslag nemen. Het element van naastenliefde zou zijn verdwenen en er zou geen sprake meer zijn van een gift. Die uitspraken doen geen recht aan de realiteit.

Wat ons betreft gaat het in de discussie over het ADR-systeem niet over simpele sommen, een christelijk sausje of het schuldig verklaren van een donatieweigeraar (ook wat ons betreft geldt hier: een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd). Maar we zijn geraakt door de nood die schuilgaat achter het tekort aan donoren. Persoonlijke betrokkenheid bij dit thema is ingegeven door ons werk en onze overtuiging dat het ADR-systeem een deel van de nood bij onze naasten kan wegnemen. Opvallend is dan ook de overgang van de CU (evenals het CDA) van voorstander (2005) naar twijfelaar (2008) en nu naar tegenstander van het ADR-systeem. Juist op een moment dat het aantal beschikbare orgaandonoren afneemt.

We willen alle christelijke partijen die betrokken zijn bij dit thema dan ook van harte oproepen om het ADR-systeem te steunen. Laat u hierbij leiden door de feiten en niet door fictie.

Prof. dr. G. van den Brink is hoogleraar theologie en wetenschap aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. B. de Jong is arts en werkzaam op de afdeling intensive care.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer