Kerk & religie

Martha

Johannes 11:24

Maarten Luther
11 April 2017 08:21Gewijzigd op 16 November 2020 10:17

„Martha zei tot Hem: Ik weet dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatste dage.”

Martha zegt onomwonden dat haar broeder van de doden weer opgewekt zal worden. Zij meent echter dat dat nu nog niet is, maar op de jongste dag, als de gehele wereld opgewekt zal worden.

Dat is een zeer groot geloof geweest, des te groter als we bedenken dat het in die tijd was, toen er onder de Joden pausen waren –namelijk de Sadduceeën– die openlijk leerden dat de opstanding der doden niets betekende. Zo dreef dan ook het grootste deel van het Joodse volk met dit artikel van de opstanding de spot.

Ik kan er mij niet genoeg over verwonderen dat zulke verschrikkelijke, gruwelijke dwaling onder dit volk geheerst heeft, dat men niet geloofd heeft dat er engelen, een duivel, dood en hel waren. Dat was het ergste, dat deze vrienden (de Sadduceeën) de oversten, de predikers en leraars van het Joodse volk waren. En dat zij het arme volk regeerden en zulke dwaling onder hen oprichtten, terwijl zij het openbaar predikambt bekleedden. Het ging bij hen, evenals wanneer er in een stad twee predikers zijn: de één predikt dat de doden weer opgewekt zullen worden, en de ander leert juist het tegenovergestelde.

Zo lachen en spotten in onze tijd de pausgezinden, als wij de opstanding der doden prediken. Zij daarentegen verkopen papiertjes, aflaten en andere onzin, en willen de macht hebben om te leren en te verordenen in de kerken wat zij willen.

Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg

(”Vanaf lijdenstijd en opstanding”, 1540)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer