Cultuur & boeken

Rubriek prof. dr. Selderhuis: Antisemitisme ligt op de loer, altijd weer

In de aanloop naar Goede Vrijdag vallen in de kerk nog vaker dan anders de woorden ”de Joden”. En dat meestal in negatieve zin. Het zijn ”de Joden” die de Heiland gedood hebben. Het zijn ”de Joden” die zeggen dat Zijn bloed wel over hen en hun kinderen mag komen.

Prof. dr. H. J. Selderhuis
5 April 2017 19:35Gewijzigd op 16 November 2020 10:14
Prof. dr. H. J. Selderhuis. beeld RD, Anton Dommerholt
Prof. dr. H. J. Selderhuis. beeld RD, Anton Dommerholt

De vraag is of bij dit negatieve spreken het gevaar van de stap naar antisemitisme niet op de loer ligt. Twee nieuwe boeken geven een overzicht van de wijze waarop in de loop van de geschiedenis met Joden is omgegaan. Het veertiende deel van de prachtige ”Encyclopedia of the Bible and its Reception” besteedt bijna 100 pagina’s aan Bijbelse gegevens over dit onderwerp, aan Judaïsme, joods-christelijke en joods-islamitische relaties door de eeuwen heen. Ook de wijze waarop Joden zijn gepresenteerd in boeken, schilderijen en films komt in dit werk aan de orde.

Als het om de Bijbelse gegevens gaat, wordt duidelijk gemaakt dat er vanuit het Nieuwe Testament geen lijn te trekken valt naar het antisemitisme zoals wel vaak wordt gesteld. Ook de tekst ”Zijn bloed kome over ons en onze kinderen” kan, gelet op het geheel van de Schrift, geen vrijbrief voor antisemitisme zijn. Als in het Nieuwe Testament in negatieve zin over ”de Joden” gesproken wordt, is dat altijd religieus en niet etnisch bedoeld. Dan gaat het dus niet om de Jood als mens, maar om de Jood die Jezus niet als de Messias wil aanvaarden.

Vooroordelen

Hoe dat in de tijd na afsluiting van de Bijbelse canon met dit thema is gegaan, komt ook aan de orde in de bundel ”Judentum und Antisemitismus in Europa” die verscheen onder redactie van Ulrich Wien, directeur van het Instituut voor Evangelische Theologie van de Universiteit Koblenz-Landau. De twaalf bijdragen vormen als het ware twaalf stappen door de geschiedenis van het antisemitisme in Europa. De deskundigen in deze bundel tonen een christendom dat nauwelijks of helemaal niet bereid was tot communicatie met het Jodendom. Het is opmerkelijk hoe oude vooroordelen bleven voortleven zonder dat nagegaan werd of deze niet onterecht of zelfs levensgevaarlijk waren. Het spreken over ”de Joden” was vaak al genoeg en had in de loop der tijd zo’n lading gekregen dat het noemen van deze woorden al voldoende was om vijandschap op te roepen.

De stroom boeken over wat de Joden in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan houdt niet op en dat is maar goed ook. Historicus Christian Gerlach, verbonden aan de universiteit Bern, beschrijft in een stevig boek de massamoord op de Europese Joden. Hij trekt het thema dus bewust breder dan alleen Duitsland. Hierdoor komen ook andere regeringen, burgers en samenlevingen in beeld die hebben meegewerkt aan wat in Duitsland gebeurde of die zelf voor vernietiging van Joden zorgden.

Ook Nederland ontbreekt in het overzicht van Gerlach niet. Opvallend is hoe veel verschillende motivaties er bestonden voor het uitroeien van de Joden, en in de beschrijving daarvan ligt ook de kracht van dit boek. Antisemitisme is dichterbij dan vaak gedacht wordt en kan zich ook langs andere gedachtelijnen ontwikkelen dan alleen via nazi-ideologie, zo blijkt uit dit boek.

Europawijd was ook de roof van Joods bezit. De Duitse historicus Jan Schleusener concentreert zich in zijn boek ”Raub von Kulturgut” op het Joodse kunstbezit in München. Kort na de zogeheten ”Kristallnacht” in november 1938 namen de nazi’s bij ongeveer 70 Joodse families zo’n 2200 kunstvoorwerpen in beslag. Aan die actie namen directeuren van musea, hoogleraren kunstgeschiedenis en kunsthandelaren deel. Allemaal respectabele mensen dus.

Schleusener beschrijft hoe het zover kwam, wat de motieven waren en waar de kunststukken zijn gebleven. Hij besteedt ook aandacht aan het grote zwijgen na de Tweede Wereldoorlog. Het zwijgen van musea en privépersonen die wisten dat ze roofgoed aan de muur hadden hangen, maar dat niet uit eigen beweging aan de rechtmatige eigenaars of hun nazaten teruggaven. Zowel het boek van Gerlach als dat van Schleusener doet versteld staan over waartoe een mens in staat is. En over hoe dichtbij antisemitisme steeds is.

Het blijft verbijsteren hoeveel academisch geschoolde, christelijke en leidinggevende mensen zich in de loop van de tijd aan het antisemitisme gewonnen gaven. Opzienbarend was de ‘ontdekking’, dankzij de publicatie van zijn dagboeken enige tijd geleden, dat de invloedrijke Duitse filosoof Martin Heidegger (1889-1976) niet alleen vrijwillig lid was van de NSDAP –dat was immers allang bekend– maar dat hij ook sterk antisemitische gedachten koesterde.

Walter Homolka, hoogleraar Joodse filosofie in Potsdam, en Arnulf Heidegger, advocaat en kleinzoon van Martin Heidegger, publiceerden de briefwisseling die de broers Martin en Fritz Heidegger elkaar tussen 1930 en 1949 schreven. Deze brieven geven een nog completer beeld van Heideggers houding ten aanzien van de Joden.

Grootheden

In het tweede deel van het boek gaan 21 Heidegger-kenners in op de vraag hoe de relatie is tussen de filosofie van deze grote denker en zijn antisemitisme. Hoe kan het dat zo een knap iemand tot zulke afschuwelijke opvattingen komt? Dezelfde vraag komt op vanuit de vijftien biografische schetsen van Duitse protestantse theologen die in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw geprobeerd hebben het nationaalsocialisme op Bijbelse gronden te verdedigen. Daartoe behoren grootheden als Paul Althaus, Reinhold Seeberg en Emanuel Hirsch; zij ontwikkelden een volkstheologie die de superioriteit van het Duitse ras moest verdedigen. Er werd zelfs een wetenschappelijk instituut opgericht dat alle Joodse invloed op het Duitse kerkelijke leven moest verwijderen. En er verschenen geleerde boeken waarin werd geprobeerd te bewijzen dat Jezus helemaal geen Jood was.

Het ging nota bene om protestantse theologen. Mensen die thuis waren in de Bijbel. Gelovige mensen. Blijkbaar is dat alles geen garantie dat je niet op een verschrikkelijke dwaalweg kunt terechtkomen. Met de Bijbel in de hand anti-Joods handelen en zelfs antisemitisme verdedigen – het kan steeds weer gebeuren.

”Encyclopedia of the Bible and its Reception”, Volume 14; uitg. De Gruyter, Berlijn; ISBN 978 3 11 031331 4; 1236 blz.; € 259,-; ”Judentum und Antisemitismus in Europa”, Ulrich Wien (red.); uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 3 16 155151 2; 358 blz.; € 29,-; ”Der Mord an den europäischen Juden”, Christian Gerlach; uitg. C. H. Beck, Tübingen; ISBN 978 3 406 70710 0; 576 blz.; € 34,95; ”Raub von Kulturgut”, Jan Schleusener; uitg. Deutscher Kunstverlag, Berlijn; ISBN 978 3 422 07366 1; 224 blz.; € 49,90; ”Heidegger und der Antisemitismus”, Walter Homolka, Arnulf Heidegger (red.); uitg. Herder, Freiburg; ISBN 978 3 451 37529 3; 442 blz.; € 24,99; ”Für ein artgemäßes Christentum der Tat- Völkische Theologen im ”Dritten Reich””, Manfred Gailus, Clemens Vollnhals (red.); uitg. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen; ISBN 978 3 847105 879; 330 blz.; € 45,-.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer