Presidentskandidate in Colombia ontvoerd
Een kandidate voor de komende presidentsverkiezingen in Colombia, Ingrid Betancourt, is zaterdag door leden van de linkse rebellenbeweging FARC ontvoerd.
Dat gebeurde toen ze op weg was naar San Vicente de Caguán, dat eerder op de dag door het leger op de rebellen was veroverd. Ook Betancourts campagneleidster, Clara Rojas, is ontvoerd.Drie mannen die met Betancourt en Rojas meereisden, een campagnemedewerker, een Franse fotograaf en een Colombiaanse cameraman, zijn door de rebellen vrijgelaten. Zij zijn ongedeerd, aldus Betancourts campagnewoordvoerster Diana Rodriguez.
De 40-jarige Betancourt was zaterdag vanuit Florencia per auto op weg gegaan naar San Vicente del Caguan, hoewel de regering haar dringend had geadviseerd dit niet te doen omdat het gevaar te groot was. De regering heeft een zoektocht naar Betancourt in gang gezet.
„Het is goed dat politici er alles aan doen om steun te vergaren voor hun campagnes en hun standpunten, maar het was niet nodig om deze reis in deze omstandigheden te maken”, zei minister van Binnenlandse Zaken Armando Estrada, die andere kandidaten opriep weg te blijven uit het gebied rond San Vicente. Twee presidentskandidaten hebben hun voorgenomen bezoek aan San Vicente inmiddels uitgesteld.
Betancourt had in San Vicente willen praten met burgemeester Nestor Leon Ramirez, die een partijgenoot van haar is. Tegen journalisten zei ze vast van plan te zijn om in de plaats een bijeenkomst te houden waarop ze zou oproepen tot respect voor de mensenrechten.
San Vicente was tot donderdag de hoofdstad van een gebied in het zuiden van Colombia waar de FARC het met instemming van de regering voor het zeggen had. President Andres Pastrana stond het gebied in 1998 aan de rebellen af, in de hoop hierdoor de totstandkoming van een akkoord te bevorderen dat na tientallen jaren een eind zou maken aan de burgeroorlog.
Omdat de rebellen aanvallen bleven uitvoeren op leger en burgers zei Pastrana donderdag echter niet langer met de FARC te zullen onderhandelen en gaf hij het leger opdracht het gebied, dat ongeveer zo groot is als Zwitserland, weer in te nemen. Zaterdagmorgen vroeg trok het leger San Vicente binnen. Directe aanleiding tot Pastrana’s oorlogsverklaring vormde de kaping van een vliegtuig en de ontvoering van een parlementslid door de FARC.
Pastrana zelf bracht zaterdag wel een bezoek aan San Vicente. Hij vloog per helikopter naar de plaats, enkele uren nadat het leger er was binnengetrokken. Na een FARC-vlag te hebben neergehaald en in een vuilnisbak te hebben gestopt sprak hij op een plein zo’n 3.000 inwoners van San Vicente toe. Hij beschuldigde de FARC ervan de afgelopen weken 117 aanvallen te hebben uitgevoerd en daarmee het vredesproces te hebben verwoest.
Betancourt stelt zich zeer kritisch op tegenover de rebellen. Haar kansen bij de verkiezingen worden tot nu toe niet hoog ingeschat. Ze was een van de vier kandidaten die eerder deze maand gebied dat in handen was van de rebellen bezochten om onderhandelaars van beide partijen aan te sporen spijkers met koppen te slaan.
Ook een Colombiaanse televisieploeg werd zaterdag vijf uur lang door de rebellen vastgehouden. De ploeg werd overvallen op dezelfde weg waar Betancourt werd ontvoerd.