Opinie

Beeld van refozuil niet meer adequaat

Het vroegere verzuilingspatroon is inderdaad verdwenen, betoogt dr. C. S. L. Janse. Maar dat betekent niet dat reformatorische organisaties niet meer noodzakelijk of zinvol zijn.

dr. C. S. L. Janse
3 April 2017 16:34Gewijzigd op 16 November 2020 10:12
„De voortgaande secularisatie van onze maatschappij maakt die behoefte aan een eigen leefsfeer en eigen organisaties niet minder. Eerder groter.” Foto: Een stand op de Wegwijsbeurs in Rotterdam. beeld RD, Anton Dommerholt
„De voortgaande secularisatie van onze maatschappij maakt die behoefte aan een eigen leefsfeer en eigen organisaties niet minder. Eerder groter.” Foto: Een stand op de Wegwijsbeurs in Rotterdam. beeld RD, Anton Dommerholt

De reformatorische zuil bestaat niet meer, eenvoudigweg omdat er geen andere zuilen meer zijn, aldus prof. De Muynck vorige week op de COGG-conferentie (RD 30-3). Daar is inderdaad wat voor te zeggen. Het beeld van de zuil als aanduiding van organisaties op levensbeschouwelijke grondslag, dateert uit de jaren dertig van de vorige eeuw. In de tijd van de schoolstrijd sprak men daar niet over.

In de jaren dertig was het proces van de verzuiling min of meer uitgekristalliseerd. Ook op het terrein van de radio-omroep (een nieuw verschijnsel) hadden de verschillende omroepverenigingen hun plaats toebedeeld gekregen.

Je kon toen inderdaad zeggen dat rooms-katholieken, orthodox-protestanten, socialisten en liberalen met hun organisaties de zuilen vormden waarop de Nederlandse samenleving rustte. Dat is nu volstrekt niet meer het geval. De reformatorische zuil was in de jaren dertig nog slechts rudimentair aanwezig en heeft ten opzichte van de samenleving eigenlijk nooit die dragende functie gehad.

In mijn boek ”De refozuil onder vuur” constateer ik dan ook dat voor de huidige identiteitsorganisaties het beeld van de zuil niet meer zo adequaat is. Zij vinden ook steeds minder aansluiting in de moderne, geïndividualiseerde en ont-ideologiseerde maatschappij.

Het taalgebruik laat zich echter niet zo gemakkelijk sturen en corrigeren. Vandaar dat de term zuil (ook door mij) nog steeds gebruikt wordt ter aanduiding van het geheel van reformatorische organisaties.

Minderheid

De Muynck pleitte ervoor om afscheid te nemen van een zuilair zelfbeeld. We zijn immers een minderheid geworden. Inderdaad, de positie van de gereformeerde gezindte in ons land stelt niet veel voor. We kunnen verwijzen naar het christelijk verleden van ons land, naar de christelijke herkomst van onze cultuur, maar dat soort verwijzingen (die zeker hun zin hebben) maakt meteen duidelijk hoezeer de verhoudingen inmiddels veranderd zijn.

Daarbij moeten we overigens wel bedenken dat ook in het verleden de bevindelijk gereformeerden in ons land slechts een minderheid vormden. Een verachte en machteloze minderheid, waarop door anderen werd neergezien. Dat die anderen ook christenen waren, zich althans christen noemden, veranderde daar niet zo veel aan. De afstand ten opzichte van die andere christenen, die veelal deel uitmaakten van de dominante cultuur, werd als groot ervaren. En dat niet zonder reden.

Verder geldt dat ook in de huidige tijd groeperingen met een specifieke geloofsovertuiging vaak behoefte hebben aan een eigen leefsfeer en aan eigen organisaties en verbanden. Met name zal dat het geval zijn wanneer zij sterk de indruk hebben dat hun identiteit onder druk staat. In mijn boek gebruik ik daarvoor het model van de concentrische cirkels met de geloofsovertuiging als kern.

Secularisatie

De voortgaande secularisatie van onze maatschappij maakt die behoefte aan een eigen leefsfeer en eigen organisaties niet minder. Eerder groter. De afstand tot de dominante cultuur neemt immers toe. Als het anders was, zouden we wellicht moeten concluderen dat de gereformeerde gezindte mee seculariseert.

Nu zijn daar inderdaad tal van aanwijzingen voor. Binnen allerlei kerken (bij de ene meer en bij de andere minder) is er zoiets als een interne secularisatie. Een horizontalisering van de geloofsovertuiging. Je ziet ook dat de reikwijdte van de godsdienst afneemt. Dat is een andere vorm van secularisatie. De geloofsovertuiging krijgt minder betekenis voor het functioneren in de maatschappij. Die ontwikkeling gaat ook aan de gereformeerde gezindte niet voorbij, al is die elders veel en veel sterker.

Overdracht

In de confrontatie met die oprukkende secularisatie kunnen identiteitsorganisaties een waardevolle functie hebben. Het onderwijs op een reformatorische school versterkt de overdracht van Bijbelse waarden en normen zoals die in het gezin en in de kerk plaatsvindt. Een reformatorisch dagblad presenteert een andere kijk op de wereld dan een seculiere krant. Waar in andere landen die mogelijkheden vaak ontbreken of in ieder geval een stuk minder zijn, hebben wij die hier wel.

Participeren in allerlei verbanden veronderstelt veelal een instemming met uitgangspunten, middelen en doelstellingen. Dat levert vaak een blokkade op. Wie zich verbonden weet aan Schrift en belijdenis kan nu eenmaal geen lid worden van D66 of de SP en zeker niet als vertegenwoordiger van zo’n partij optreden. Men zou zaken moeten verdedigen waar men beslist niet achter kan staan en eigen opvattingen moeten verzwijgen om frontale botsingen te vermijden.

Verschil in opvattingen leidt dan vaak tot het oprichten van eigen organisaties. In andere gevallen is participatie in bredere verbanden wel mogelijk, met name op terreinen die wat verder van de eigen geloofsovertuiging af liggen.

De auteur is socioloog en oud-hoofdredacteur van deze krant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer