Voelen, zien en ruiken in de tuin
Ja, hier. Ik knip, net boven de tweede knop. De uitlopers erboven hebben pech. Die belanden samen met de rest van de hortensiatak in de groene container. Best heftig klusje, dat snoeien.
Het weer werkt mee dit jaar. Het is nog een beetje koud als ik ’s morgens rond 10 uur de tuin in stap, maar de belofte van de komende zon maakt veel goed. Van het vooruitzicht van een dag in de tuin word ik sowieso al blij. Zelfs al gaat het om het grove werk: het snoeien van onze voortuin vol annabellen.
Net boven de tweede knop snoeien, heeft een buurman met groene vingers me ooit verteld. Dat heb ik goed in m’n oren geknoopt. Al jaren doe ik elk voorjaar niet anders. En toch, nu ik weer zo bezig ben en de korte stokjes zie die overblijven, twijfel ik. Komt dit ooit nog goed?
Zwarte grond
Ik weet het: deze gedachte heb ik elk jaar. Net als dat ik elke winter maar amper kan geloven dat er onder de zwarte grond van onze tuin nog iets zit wat leeft, dat er ooit weer bladeren aan de boom zullen komen, of dat het gras weer zal gaan groeien.
Het zijn gedachten die tuintherapeut Rien Bogert herkent. Dat is nu ook net waarom hij graag met de cliënten van kliniek De Fontein van Eleos in Bosch en Duin naar buiten gaat. „Ik gebruik de tuin als middel om mensen verder te helpen. Maar vaak hoef ik zelf amper wat te zeggen en ontdekken ze zelf wat ze kunnen leren. De natuur staat een poosje stil om bij te tanken, maar komt daarna tot volle bloei. Ieder leven kent ook zulke ‘doodse’ periodes. Dat betekent niet dat er geen bloei meer kan komen. Het is belangrijk om te kijken: waar zit de knop in mijn leven?”
Butsen
Ik snoei door. De tuin ruikt naar voorjaar. Wat de geur daarvan precies is laat zich lastig omschrijven, maar er hangt duidelijk iets zoetigs en vriendelijks in de lucht. Met de warmte van zon erbij geeft het een prettig gevoel.
M’n handen zitten inmiddels vol butsen en schrammen. Maar de berg takken in de tuin groeit en dat is goed nieuws. Ik zie een lieveheersbeestje dat, terwijl ik het op een andere tak probeer te zetten, wegvliegt. Ik kijk het na, tot het achter een huis is verdwenen.
„Tijdens het werken in de tuin openen alle zintuigen zich”, vertelt Bogert. „Er is momenteel veel aandacht voor mindfulness, waar veel christenen vanwege de oorsprong aarzelingen bij hebben. Maar met aandacht leven is goed. En wandelen in de natuur of schoffelen in de tuin doet eigenlijk hetzelfde. Het maakt je bewust van het hier en nu, en laat je voelen, zien, ruiken. Dat is heel gezond voor een mens.”
Ik merk het: ik kom tot rust. Zat ik vanmorgen nog vol met alles wat vandaag en komende weken gedaan moet worden, en zag ik snoeien vooral als een punt dat ik weer van mijn lijst kan strepen, nú geniet ik vooral van dit moment. Ik maak een praatje met de buurvrouw. En voor m’n gevoel heb ik nog tijd over.
Emoties
Erg boos voel ik me momenteel niet, maar als dat wel het geval was, zou tuinieren volgens Bogert dé manier zijn om die emotie kwijt te raken. „Ik zie dat vaak genoeg gebeuren. Je kunt iemand die heel boos is een tekening laten maken, waarin hij z’n emoties kwijt kan, zoals dat tijdens creatieve therapie regelmatig gebeurt. Maar dat werkt niet voor iedereen goed. Omdat je een tekening uiteindelijk toch aan iemand laat zien. En dat voelt niet altijd even veilig. Werken in de tuin kun je op je eigen manier doen. Schoffelen kan heel rustig, maar ook heel ruig. En snoeien, daar kun je ook aardig je boosheid in kwijt. Niemand die je erop aan zal spreken. Er is hooguit iemand die zegt: Zo, jij bent hard aan het werk.”
Ik ben ook hard aan het werk. Is dat de reden dat ik me zo relaxed voel? Ik begin bijna te fluiten. Ik dank Hem in stilte voor het geweldige geschenk van de natuur en besef hoe groot de Schepper wel niet moet zijn Die al dit groen heeft gemaakt. Mijn woorden vormen zich tot een loflied. Ook al houd ik me, vanwege het vroege tijdstip, in voor de buren.
Symboliek
Bogert spreekt tijdens het tuinieren regelmatig over de Bijbelse boodschap. „De Bijbel staat vol met symboliek over tuinen en de natuur. Dus is de link snel gelegd. De graankorrel die eerst dood moet gaan voordat hij vrucht kan dragen, het zaad dat in goede aarde moet vallen, de Landman Die ranken snoeit: de beelden leren je veel over God, maar ook over het leven hier en nu.”
Even later knip ik weer een tak af. De lange stengel valt met een smak op de grond. De stapel afval wordt groter en groter. Takken die het niet haalden. Ik moet denken aan het beeld van de wijntakken, die gesnoeid worden om meer vrucht te kunnen dragen. Het beeld confronteert me opeens door het definitieve ervan.
Als ik even later m’n snoeischaar heb opgeborgen, streep ik ”hortensia’s snoeien” van mijn lijstje. Ik besef dat dit ochtendje tuinieren me niet alleen energie gekost heeft, het heeft me ook veel gebracht.