Voor Herman is gokverslaving een dagelijks kruis
Hij weet dat de kater pas achteraf komt. Toch is de drang om een gokje te wagen steeds weer te sterk voor de 24-jarige Herman. Hij bidt God om verlossing van dit kruis en worstelt om los te komen.
Alleen volstrekt anoniem wil Herman zijn verhaal doen. Maar dan komt het er ook helemaal uit. Het tekent zijn worsteling met de innerlijke kracht die vat op hem heeft én de opluchting die het hem geeft om erover te praten.
De Kansspelautoriteit waarschuwt in een vrijdag gepresenteerd jaarverslag voor gamende jongeren die vaak de overstap maken naar (online) gokken.
Herman wil deze waarschuwing graag onderstrepen met zijn ervaringen. „Ik moet er wel direct bij zeggen dat ik geen gamer ben. De route naar gokverslaving is bij mij dus iets anders verlopen. Maar het resultaat is even schadelijk.”
Het begint heel geleidelijk bij Herman. Als 16-jarige gaat hij samen met vrienden naar de snackbar en gooit „voor de lol” een 2 euromunt in een gokautomaat. „Op een avond won ik 200 euro en kon voor al mijn vrienden de drank betalen. Iedereen blij, mooi toch?” Van verslaving is nog geen sprake. Toch ervaart Herman als hij ouder wordt een drang naar gokken. Al snel vindt hij –alleen– de weg naar het casino. „Dat was best even wennen, zonder vrienden zo’n spelletje doen. Maar het was ook heel snel gewoon.”
Serieuze jongen
Voor het oog is Herman een serieuze jongen die zondags keurig in een van de reformatorische kerken zit. Hij staat zelfs bekend als iemand die goed kan praten over de meest belangrijke dingen in het leven.
Dat is ook nu nog het geval. „Er zijn maar weinig mensen die weten dat ik gokverslaafd ben.” Hoe dat is, zo’n dubbelleven? Het is even stil aan de andere kant van de lijn. „Moeilijk, erg moeilijk. Steeds moet ik oppassen om niets te zeggen dat me kan verraden. Ik kan er alleen over praten met één persoon die ik ooit in vertrouwen heb genomen.”
Dat hij kerkelijk is en tegelijk worstelt met de drang naar gokken, drukt Herman als een last op de schouders. „Dat is zo dubbel, zeker als je mag weten dat God in je leven werkt. Ik heb Hem al vaak gevraagd of Hij deze gokduivel eruit wil gooien. In de tijd van de Bijbel kon Hij het immers ook? Maar het gebeurt niet.”
Stilte. Dan: „Tegelijk ben ik ook zelf verantwoordelijk. Dat wéét ik zo goed. Ook dat de kater altijd na die tijd komt. En dan tóch doen, hè. Ik ervaar de drang naar gokken als een dagelijks kruis.”
Salaris
Schulden maakt Herman niet. „Daarvoor ben ik te gehaaid. Elke maand kijk ik wat er binnenkomt aan salaris. Dan bereken ik hoeveel vaste lasten eraf gaan en hoeveel speelruimte ik overhoud om te gokken. Op die manier komt niemand erachter.”
Online gokken is voor de twintiger lastiger dan af en toe naar het casino gaan. „Je kunt gemakkelijker richting je partner een smoes bedenken om even weg te gaan, dan online al je sporen uit te wissen. Maar ik kan me voorstellen dat jongeren zonder partner hier wel vatbaar voor zijn. In die zin deel ik de zorg van de Kansspelautoriteit.”
Jongeren met een smartphone zijn volgens Herman extra vatbaar voor online gokken, omdat het in zulke spellen vaak gaat om punten die in echt geld om te zetten zijn. De belangrijkste tip die hij jongeren kan geven die vatbaar zijn voor een gokje, is praten. „Neem iemand in vertrouwen en praat erover. Je kunt je smartphone wel weggooien en weet ik wat voor filters allemaal installeren, maar dat helpt uiteindelijk niet. Zoek iemand tegen wie je echt eerlijk kunt zijn en die van je houdt.”
Belofte
Zelf belooft Herman zichzelf en zijn vertrouwenspersoon regelmatig dat hij niet meer zal gokken. Dat heeft echter een keerzijde. „Als je na de eerste belofte de fout ingaat, is het moeilijk om er voor uit te komen. Na de tweede keer wordt het nog vervelender en na de derde belofte is het bijna onmogelijk. Toch zeg ik, ook tegen mezelf: Direct vertellen.”
Of Herman ooit loskomt van zijn gokverslaving, weet hij niet. „Ik voel dat de kracht minder wordt, maar ik ben er nog niet 100 procent los van. En ja, ik wil het zó graag zelf oplossen.”