Mens & samenleving

„Oudere die vaker opstaat, woont langer thuis”

Als thuiswonende ouderen elke dag vaker uit hun stoel opstaan dan ze nu veelal doen, kunnen ze langer zelfstandig wonen. Dat blijkt uit een studie van Rob van Lummel, waarop hij woensdagmiddag promoveerde aan de faculteit der gedrags- en bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Redactie binnenland
29 March 2017 11:48Gewijzigd op 16 November 2020 10:10
Het is goed om regelmatig te bewegen. beeld ANP, Koen Suyk
Het is goed om regelmatig te bewegen. beeld ANP, Koen Suyk

De stijging van de levensverwachting is een van de zegeningen van de moderne gezondheidszorg, aldus de promovendus. Tegelijkertijd komt de ouderdom met gebreken, waaronder een verlies aan mobiliteit. Dit kan uiteindelijk leiden tot een verlies van onafhankelijkheid.

Van Lummel is geïnteresseerd in de combinatie van beweging, techniek en ict. Dit leidde in 1988 tot de start van McRoberts, een bedrijf dat zich specialiseerde in het meten en analyseren van lichamelijke activiteit.

In zijn proefschrift legt Van Lummel er de vinger bij dat lichamelijke vaardigheden én het daadwerkelijk bewegen belangrijke voorwaarden voor ouderen zijn om zo lang mogelijk onafhankelijk te blijven. Dat blijkt soms makkelijker gezegd dan gedaan. „Opstaan is voor veel senioren lastig, waardoor ze langere perioden blijven zitten. Dit vormt het begin van inactiviteit. Vaker opstaan uit de stoel is dan ook cruciaal voor zelfstandig wonen en de eerste stap om meer te gaan bewegen.”

Als het aan de overheid ligt, blijven senioren zo lang mogelijk thuis wonen. Veel ouderen hebben die wens zelf ook. Volgens Van Lummel moeten zij geholpen worden om de gewenste zelfredzaamheid te behouden. Daarbij gaat het onder andere om het behoud van lichamelijke vaardigheden.

Van Lummel liet het niet bij mooie woorden over het begeleiden van ouderen, maar testte een nieuwe methode die het beweeggedrag van senioren in kaart brengt. Hij richtte zich in zijn onderzoek op het vermogen om op te staan vanuit een zittende positie. Dit wordt namelijk vaak gebruikt als een index voor het motorisch bewegen.

Bij de methode die Van Lummel gebruikte worden er rond het middel kleine sensoren aangebracht. Deze sensoren verzamelen „nauwkeurige” informatie over de beweging van de romp in drie richtingen en over de duur van die beweging.

Wat kan een zorgverlener in praktische zin met de testresultaten? Van Lummel: „Met behulp van deze bewegingsdiagnostiek kan hij beter inzicht krijgen in de situatie en tijdig gerichte beweegzorg of adviezen geven. Is er bijvoorbeeld een probleem met het evenwicht? Moet de spierkracht verbeterd worden? Hoe vaak staat iemand op? Kan er iets worden verbeterd aan de manier waarop dit gebeurt?”

Volgens de promovendus geeft de door hem geteste methode veel sneller dan nu antwoorden op dergelijke vragen. Uit zijn onderzoek komt verder naar voren dat een betere fysieke conditie samenhangt met kortere zitperiodes en het vaker onderbreken van het zitten. „Dit zijn beide voorwaarden voor een actieve en onafhankelijke leefstijl.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer