Transparant is formatie nog steeds niet
Valt er iets te debatteren deze dinsdag? Niet veel, zou je zeggen. Zeker, volgens zijn reglement van orde moet de Kamer binnen een week na de installatie van de nieuw gekozen Kamerleden een debat houden over de verkiezingsuitslag. En dat doet hij vandaag dus ook. Maar verrassend kan dat debat niet zijn.
Aan de verkiezingsuitslag valt immers niets meer te veranderen. Dit keer vraagt die uitslag ook niet om ingewikkelde interpretatiemanoeuvres. Het is allemaal tamelijk simpel: de coalitiepartijen hebben klop gehad, de grootste regeringspartij is desondanks de grootste gebleven en de kiezers hebben niet zozeer strategisch, maar vooral met hun hart gestemd.
Dat laatste blijkt onder meer uit de recentste peiling van De Hond, die weinig wijzigingen laat zien ten opzichte van de verkiezingsuitslag.
Wat de komende tijd wel boeiend blijft om te volgen, is hoe de formatie zich ontwikkelt zonder de begeleidende rol van de vorst. Niet dat er op dit punt nu meteen grote problemen te verwachten zijn. Er is de Tweede Kamer nu eenmaal veel aan gelegen krachtig te bewijzen dat hij het prima alleen afkan. En bij zo’n sterke ”Wille zur Macht” (Friedrich Nietzsche) zal dat ook wel gaan lukken.
Dat neemt niet weg dat het jammer blijft dat het parlement deze weg is ingeslagen. Met de manier waarop onze vorst vroeger bij de formatie betrokken was, was niets mis. Sterker nog: het had bepaald voordelen dat er een min of meer onafhankelijke instantie bestond die in lastige situaties en impasses met gezag knopen kon doorhakken. Die optie heeft de volksvertegenwoordiging het land sinds 2012 bewust onthouden. En dat vanuit de puristische redenering –noem het liever ideologisch gedram– dat alleen een gekozen orgaan de vorming van een nieuwe regering in gang mag zetten en begeleiden, en dat daarbij schimmige invloeden van erfelijke machthebbers geen rol mogen spelen.
Als we na één of twee formaties nieuwe stijl de balans opmaken, kunnen we in elk geval constateren dat van de zo gewenste grotere transparantie weinig is terechtgekomen. Zeker, de vorst is in het formatieproces tussen haakjes geplaatst. Maar gebeurt er nu minder dan vroeger in achterkamertjes? Moeten we het soms als een voorbeeld van openheid en democratische besluitvorming zien dat VVD-leider Rutte al in de verkiezingsnacht van 2012 PvdA-voorman Samsom belde, met woorden van ongeveer deze strekking: „Diederik, wij zullen het samen moeten gaan rooien. En eh, zullen we Henk Kamp maar nemen als verkenner?” Worden op die manier de werkelijk ter zake doende beslissingen niet eveneens door slechts enkele ‘machthebbers’ in achterkamertjes genomen? En zijn de zogeheten openbare debatten die daarna volgen tot op zekere hoogte niet een farce?
Let wel: dat formaties voor een groot deel achter gesloten deuren plaatsvinden, is niet erg. Dat is gezien de aard van het proces onvermijdelijk. En dat de vorst er niet meer bij betrokken is, is niet de grootste ramp die ons land is overkomen. Maar ga niet beweren dat de formatie door de recente vernieuwingen zo veel transparanter is geworden. Dat is bewijsbaar onjuist.