Vastgoedmagnaat ontkent elke betrokkenheid bij misdaad
Vastgoedmagnaat Willem Endstra ontkent elke betrokkenheid bij de misdaad. Alle aantijgingen van de afgelopen veertien jaar hierover zijn volgens hem „volstrekte lariekoek". Endstra zei dat zondag in het televisieprogramma Business Class.
Het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam verdenkt hem van het witwassen van crimineel geld. De rechtbank in de hoofdstad concludeerde donderdag echter dat het „hoogst onwaarschijnlijk" is dat een strafrechter Endstra hiervoor zal veroordelen.
Endstra werd in de publiciteit bekend als ’bankier van de onderwereld’. Hij zou een belangrijke schakel vormen tussen de boven– en onderwereld en criminelen helpen hun zwarte geld wit te wassen. Omdat hiervoor onvoldoende bewijs is, mag het OM van de rechtbank in Amsterdam Endstra hiervoor niet vervolgen. De aanklagende instantie mag van de rechter wel verdergaan met het onderzoek naar de vastgoedmagnaat in de zogenoemde Bouwfondszaak. Justitie verdenkt hem in deze van valsheid in geschrifte bij de overdracht van onroerend goed.
Het is opvallend dat Endstra op televisie zijn kant van het verhaal heeft verteld. In 2002 plaatste het tijdschrift Quote een foto van Endstra in gezelschap van Heineken–ontvoerder Willem Holleeder. Endstra was daar toen zeer ongelukkig mee, omdat hij herkenning vreesde, waardoor zijn veiligheid in gevaar zou kunnen komen. De vastgoedhandelaar probeerde toen vergeefs via de rechter het bewuste Quote–nummer uit de roulatie te houden.
„Holleeder zat op een bank voor mijn kantoor. Hij is ook een publieke figuur in Amsterdam die je daar overal tegenkomt", legde Endstra zondag uit. Er zat volgens hem helemaal niets achter die ontmoeting. „Het gaat bovendien om een oude foto die is gebruikt. Ik was bedreigd, daarom wilde ik de publicatie tegenhouden."
De zakenman kwam voor het eerst in 1992 publiekelijk in beeld, toen justitie hem verdacht van het wisselen van geld voor een XTC–bende. De leider van die criminele organisatie kreeg tien jaar cel, maar Endstra hoefde niet voor de rechter te komen. Hij zou justitie in 1995 ruim 1 miljoen euro hebben betaald om zo een mogelijke strafvervolging te voorkomen. Endstra ontkent dit met klem. Hij benadrukte zondag dat hij zijn eventuele strafvervolging in deze zaak helemaal niet heeft afgekocht. Er is destijds voor een veel kleiner geldbedrag en een ring van de moeder van Endstra in beslag genomen. „Dat heb ik nooit meer teruggekregen."
In 2002 kwam Endstra weer in opspraak. Toen verklaarde topcrimineel J. Mieremet in een interview in De Telegraaf dat de vastgoedmagnaat de bank van de onderwereld was. Wat de beweegredenen zijn geweest om dit te verklaren, is Endstra naar eigen zeggen onduidelijk. Maar vervolgens gaf hij toe dat hij zakelijke problemen met de partner van Mieremet had gehad.
De vastgoedhandelaar beschuldigde politie en justitie er zondag van een aantal keren illegale opsporingsmethoden te hebben gebruikt in het onderzoek tegen hem. Endstra: „Ze hebben in mijn huis ingebroken. Er zijn gewapende politiemensen in mijn huis geweest, zonder dat ze daarvoor een huiszoekingsbevel hadden. Dat blijkt uit opnames van bewakingscamera’s."
De zakenman zei zondag op de vraag of hij een schadevergoeding gaat eisen, dat hij de hele kwestie zo snel mogelijk achter zich wil laten. Of dat kan, is nog maar de vraag. Het OM in Amsterdam overweegt in beroep te gaan tegen de beslissing van de rechtbank dat het Endstra niet voor het witwassen van crimineel geld mag vervolgen.