CLO-dag Veenendaal: Psalm 139 als verboden vrucht
In Veenendaal vond zaterdag de CLO-literatuurdag plaats. Zo’n zeventig deelnemers waren naar de Cultuurfabriek gekomen.
Aan het begin van de middag leest Arie Kok, voorzitter van het Christelijk Literair Overleg (CLO), het „oerverhaal” van de verboden vrucht, Genesis 3:1-7: „De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken.”
„Bij verboden vruchten gaat het meteen over erotiek en over onmatigheid, maar er is meer over te zeggen”, introduceert Kok het thema van de middag. „Het gaat in literatuur over mensbeelden. Auteurs scheppen met hun personages een persoonlijkheid, ze geven die een naam en daarmee een identiteit. We zoeken naar verhalen waarin de vraag wordt gesteld: Waar ben je, mens? Wie ben je?”
Alleen ruiken
Toen schrijfster Vonne van der Meer (64) op 42-jarige leeftijd gedoopt werd, merkte ze dat het in Nederland makkelijker is om over seks dan om over geloof te praten. „Verboden vrucht is voor mij niet het schrijven over mijn kindertijd, over ontluikende of volwassen erotiek”, zegt Van der Meer, „maar het schrijven over geloof. Toen ik daarmee begon, wist ik dat ik veel mijn lezers in verlegenheid zou brengen. Niet omdat deze vrucht voor hen verboden was. Maar omdat ze hem domweg niet begeerlijk vonden. Bij het woord ”geloof” zag mijn lezer een vrucht voor zich die te lang op schaal heeft gelegen, een met beurse plekken. Zie dan maar eens zo te schrijven dat hij zijn ongeloof en ongeduld opschort, de vrucht oppakt. Wat voor velen in deze ruimte heel gewoon is, in een brief of toespraak een psalmtekst citeren, was voor mij een waagstuk. Ik herinner me mijn aarzeling toen ik in de roman ”Zondagavond” Psalm 139, tot aan de vervloekingen dan, opnam. Ik wilde niemand bekeren. Ik vroeg de lezer niet zijn tanden in deze vrucht te zetten, maar er alleen maar aan te ruiken. Een vingertop over de schil te laten gaan, en zich misschien, eventueel, af te vragen hoe zeker het was dat hij er nooit, echt nooit, een hapje van zou nemen.”
Minileeskring
Bezoekers konden intekenen voor een minileeskring of een workshop. Anne Büdgen las voor uit haar roman ”Boven de straat hangt een witte lucht”. Frans van Houwelingen van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) vertelde over de glans van wijn en verleiding in de Bijbel, en theaterwetenschapper Els Launspach liet zien hoe „mimetische begeerte” –een term van de filosoof René Girard– in literatuur werkt.
Bijna dertig mensen deden mee aan de columnwedstrijd georganiseerd door het CLO, Liter en het NBG. Opdracht was een column over ”verleiding” te schrijven in niet meer dan 300 woorden. Winnaar werd Kees van Egmond met zijn column ”Spijt”.
Liefde delen
Marlies Kunst, docent Nederlands aan het Niftarlake College in Maarssen, bezocht de CLO-dag voor de eerste keer. Ze spreekt na afloop van „een afwisselende dag waarin zowel amateurlezers als mensen die beroepsmatig met literatuur bezig zijn hun liefde voor literatuur kunnen delen. Lidewijde Paris liet in haar workshop zien hoe je nog meer leesplezier kunt krijgen door tijdens het lezen te letten op de bijzondere kenmerken van een boek, zoals een opvallende openingszin of een verrassende dialoog. Ook deed ze voor hoe je met meer diepgang kunt lezen door het herkennen van verhaalelementen uit andere literaire werken en de Bijbel in het boek dat je leest. Dit wordt intertekstualiteit genoemd. Juist omdat iedereen andere achtergrondkennis heeft, is het interessant om met elkaar in gesprek te gaan. Door deze dag ben ik nog enthousiaster geworden voor het lezen van mooie boeken en om hierover met andere lezers in gesprek te gaan.”