„Ik had niet verwacht dat het zo uit de hand zou lopen”, blikt de bewoner van de nieuwbouwwijk Overtieringe terug. „Maar toen de brandweer op een gegeven moment de huizen in onze buurt moest nathouden om te voorkomen dat ze in brand vlogen door rondvliegend brandend materiaal besefte ik dat het ernst was.”

Tot een uur of zes in de middag was het „een soort gezellige reünie” van dorpsbewoners geweest die naar de brand kwamen kijken, zegt Hoekman, die pal tegenover het verwoeste bedrijf woont. Dat veranderde nadat het vuur zich mede door de straffe wind snel over het bedrijvencomplex van fruitteler Domus de Jonge had verspreid. „Een zwarte brullende rookkolom trok rakelings langs mijn huis.”

Toen in de loop van de avond het vuur iets in hevigheid afnam en de vlammen minder hoog reikten, maar er daardoor ook meer rook begon neer te slaan, besloten de autoriteiten tot evacuatie. Metingen hadden uitgewezen dat door die neerslaande rook de luchtkwaliteit rap verslechterde.

„Huis na huis gingen ze langs”, vertelt Hoekman. „Iedereen werd dringend aangeraden te vertrekken, maar als je wilde blijven mocht je blijven. Toen ik brandweerlieden de spuit zag richten op onze gevel en platte dakje, sloeg de schrik toch wel toe. De rook buiten was op een gegeven moment zo dik, het was gewoon niet meer te doen. Het gebrul van die vlammen als de wind eronder kwam… wat een beangstigend geluid was dat.”

Eerst werden 19 huizen ontruimd, halverwege de nacht volgden er nog 27 méér. Hoekman: „Het was een bizar avontuur, maar ik ben blij dat de brand, hoe triest ook, geen mensenlevens heeft gekost.”

Antoine Nieuwdorp herinnert zich nog het moment dat het luchtalarm af ging om de inwoners te waarschuwen dat ze ramen en deuren moesten sluiten. „Ik had al een hele tijd naar de brand staan kijken, maar na dat alarm kreeg ik een appje van mijn moeder dat ik naar huis moest komen”, vertelt de scholier. „Mijn vader zegt altijd: „zo’n brand, dat is mijn ergste nachtmerrie.” Wij hebben zelf ook twee schuren.”

Burgemeester Stapelkamp van Kapelle adviseerde geëvacueerde inwoners gistermiddag om nog niet meteen terug te keren naar hun huizen, tenzij het echt nodig was. „Begrijpelijk dat mensen er wat spulletjes willen ophalen, maar ik zou nu niet in de tuin gaan werken terwijl er nog koolmonoxide in de lucht zit en er roetdeeltjes rondzweven. Daardoor kunnen mensen toch last krijgen van irritatie. Daarom is mijn advies: prima als je even een oplader wilt ophalen of een blik voer voor je kat, maar blijf verder nog even zo veel mogelijk uit de buurt van je woning.”

Stapelkamp benadrukte dat de waarden aan koolmonoxide laag zijn, „maar tijdens het nablussen moet de brandweer soms breekwerk verrichten waardoor ineens weer een rookwalm kan ontstaan met plotseling hogere waarden.” In de geëvacueerde straten hangt nog een indringende brandlucht.

Een brandweerman heeft verklaard dat de brand juist zo kon escaleren doordat de brandweer in het eerste uur van het blussen een tekort had aan bluswater. Zo’n eerste uur is cruciaal. Stapelkamp: „De brand brak uit in het buitengebied van Kapelle. Daar is niet altijd bluswater in overvloed voorhanden. Je kunt de situatie bij het getroffen fruitteeltbedrijf onmogelijk vergelijken met het terrein van bijvoorbeeld een chemische fabriek waar men op elk denkbaar incident is voorbereid.”

Stapelkamp schat dat alleen al het verlies van de loodsen van KG Fruit een schadepost van minstens een miljoen euro betekent.