Eerste solo-expositie Klibansky Zwolle: kunst of kitsch
Wit en groot, met een glimmend gouden kruis van vier en een halve meter op zijn rug; zo staat de bronzen astronaut midden in de tentoonstellingsruimte. Het is „in your face”, vindt Ralph Keuning, directeur van Museum de Fundatie in Zwolle, waar het beeld deze maanden staat. Joseph Klibansky (1984) heeft hier zijn eerste solotentoonstelling en maakte speciaal daarvoor dit werk.
Stel dat we Mars kunnen koloniseren, nemen we dan religie mee of laten we die op aarde achter en beginnen we opnieuw? Dat is de vraag die Klibansky bij de astronaut met kruis stelt. Hoewel het hier wel degelijk om het christendom lijkt te gaan –de vergelijking met de gekruisigde Jezus is zeker in de lijdenstijd snel gemaakt– is dat volgens Keuning niet het geval. Het kruis zou volgens hem staan voor wat hij wereldreligies noemt.
Vaststaat in elk geval dat de tentoonstelling ”Leap of Faith” (sprong van geloof) nogal wat stof doet opwaaien. Klibansky was verschillende keren op de radio te horen en mocht onder meer op tv zijn verhaal doen in de talkshow van Jinek.
Klibansky werd in 1984 geboren in Kaapstad. Zijn Zuid-Afrikaanse vader is fotograaf, zijn Nederlandse moeder styliste. Hij studeerde aan een businessschool; een kunstopleiding heeft hij niet genoten. Hij noemt zichzelf liever ”artist” dan kunstenaar en spreekt van ”show” in plaats van een tentoonstelling.
Tijdens media-optredens is er een zelfverzekerde jongeman te zien die rond zijn kunst een heel bedrijf heeft opgebouwd. In die organisatie zitten ook zijn ouders, broer en schoonzus; daarnaast staan er nog zo’n vijftig anderen op de loonlijst.
Klibansky maakt grote glimmende beelden, evenals Jeff Koons (1955), die internationaal bekend is van zijn beelden die lijken op figuren van vouwballonnen. Net als ooit Andy Warhol (1928-1987) deed, opende Klibansky onlangs zijn eigen winkel, in de Amsterdamse P. C. Hooftstraat. Hem wordt regelmatig verweten te veel anderen na te doen. Naar eigen zeggen is er met Koons alleen verwantschap.
„Alle grote kunstenaars maken grote beelden”, zei Klibansky eerder in NRC Handelsblad. Dat mensen kunnen denken dat hij op die manier probeert mee te doen met de grote jongens, zal Klibansky weinig uitmaken. Dankzij verzamelaars over de hele wereld kan hij zijn bronzen beelden maken, die alleen al aan materiaal een kapitaal kosten. En Klibansky kan er goed van leven: zo rijdt hij een McLaren 570S en een Ferrari 458, hoewel hij de laatste onlangs flink in de kreukels reed.
Niet iedereen omarmt Klibansky. Robbert Roos, directeur van kunsthal Kade in Amersfoort, haalt fel uit. „Ongelooflijk. Een decoratieve, aandachttrekkende poseur. Er zit echt nog geen heel klein beetje artisticiteit in deze commerciële marketingrommel.” Roos omschrijft Klibansky’s beelden als „flinterdunne laagjes chroom, aangebracht op gebakken lucht.” Hij is niet de enige die er geen tentoonstelling aan zal wijden, blijkt bij navraag onder zijn collega’s. Het is „slechte kunst”, stelt een van hen.
Keuning vindt Klibansky „wel grappig, hij is veel en hij is enorm doordacht. Hij leeft zijn eigen werk, creëert een eigen beeld van de wereld en is daarom een fenomeen.” De Fundatie kocht meteen een werk voor de eigen collectie: een gespiegelde Bambi met de titel ”Reflections of Youth”, een beeld van jeugd en onschuld.
Met onverholen trots kijkt Keuning naar zijn nieuwe aanwinst. „Het is een beeld met een kunsthistorisch motief: de narcist die zichzelf spiegelt, bewondert en verlangt naar de eeuwige jeugd.” Terwijl hij met zijn gezicht dicht bij het beeldje komt: „Ik zie zelfs mijn eigen wallen niet”. Keuning ziet ernaar uit het beeld in de kunstgeschiedenis te plaatsen. Hij weet al een plekje in de vaste collectie van het museum, in de buurt van een torso van Edgar Degas (1834-1917) en het doek ”Gewitterfront” van Neo Rauch (1960).
De directeur geniet van de aandacht die zijn tentoonstelling krijgt, zegt hij. „Het is een fijn gevoel; het betekent dat er discussie is. Het is leuk als mensen hun mening geven.” Tegelijk mocht er van Keuning nog wel wat meer reuring ontstaan. „Het is eigenlijk nog heel keurig. Het gaat niet om mijn gelijk: Klibansky is een maatschappelijk fenomeen, relevant voor het hier en nu.”
De Zwolse museumdirecteur tilt ook niet zo zwaar aan de kritiek van publiek en collega’s: „Stel dat dit beeld van de astronaut met kruis in piepschuim was gemaakt, minder kostbaar was geweest; wat hadden de critici dan gezegd?
Volgens Keuning is het ook geen vraag of Klibansky’s werken tot de kunst behoren. „Het staat hier, in een museum met reputatie, dus is het kunst. Kunst is een categorie, net zoals fietsen: je hebt een elektrische fiets, en een fiets met een lekke band, maar het zijn allebei fietsen.”