Binnenland

Krijgsmacht hikt aan tegen besluit over elitetroepen

De krijgsmacht moet snel een knoop doorhakken over de toekomst van de special forces. „De tijd dringt.”

22 March 2017 14:30Gewijzigd op 16 November 2020 10:06
Elite-troepen van de Maritime Special Operations Forces (Marsof) in actie. De legertop hikt al twee jaar aan tegen een besluit over de toekomst van de elitetroepen, het Korps Commandotroepen en Marsof. beeld André Dorst
Elite-troepen van de Maritime Special Operations Forces (Marsof) in actie. De legertop hikt al twee jaar aan tegen een besluit over de toekomst van de elitetroepen, het Korps Commandotroepen en Marsof. beeld André Dorst

Binnen de top van het leger verschillen de meningen over de taak en de positie van de elitetroepen. De legerleiding is al vele jaren bezig de best getrainde eenheden van landmacht en marine onder één commando te brengen.

Beide krijgsmachtsdelen zijn echter bang voor elkaar. De Maritime Special Operations Forces (Marsof) van het Korps Mariniers vrezen –getalsmatig– ondergesneeuwd te raken door het grotere Korps Commandotroepen (KCT) van de landmacht.

Onderling wantrouwen, angst voor verlies aan invloed en verschil in visie spelen een rol. De landstrijdkrachten houden –volgens bronnen– vanuit een sterke traditie en cultuur weinig rekening met andere krijgsmachtsdelen. „Landmachtcentrisch”, in vakjargon.

Het Haagse Centrum voor Strategische Studies (HCSS) heeft in 2015 –in opdracht van Defensie– onderzoek gedaan naar de rol van special forces. „Het moet professioneler, efficiënter en effectiever”, aldus HCSS-defensiespecialist Peter Wijninga vanochtend.

Conflict

De toekomst van de special forces ligt echter uiterst gevoelig. Het HCSS-rapport ligt al twee jaar op tafel, maar een besluit is er nog altijd niet. „Om die reden zijn we in ons rapport ook niet te veel op deze problematiek ingegaan”, zegt Wijninga.

Het HCSS pleit ervoor de twee operationele elite-eenheden (Marsof en KCT) in één hoofdkwartier onder te brengen, rechtstreeks onder commando van de hoogste legerbaas. „Beide eenheden kunnen dus blijven bestaan.”

De tijd dringt. In een toekomstig conflict zijn elitetroepen wellicht belangrijker dan tanks, verwacht de defensiespecialist, verwijzend naar het Russisch optreden met ongeïdentificeerde manschappen bij de annexatie van de Krim.

Bovendien hebben alle bondgenoten hun special forces al ondergebracht in één operationeel hoofdkwartier. „Het is belangrijk daarbij aan te sluiten. Nederland blijft achter. We moeten zo langzamerhand stappen zetten”, aldus Wijninga. „Een knoop doorhakken, geeft ook rust.”

Defensie was woensdagochtend niet bereikbaar voor een reactie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer