Hij is in Nederland: de Joint Strike Fighter (JSF). Althans, een simulator. „Maar er is geen verschil met het echte vliegen straks”, zegt een student van de faculteit lucht- en ruimtevaartechniek van de TU Delft. Daar streek Lockheed Martin, bouwer van de JSF, eerder deze week met de simulator neer.

Een charmeoffensief. De JSF kan wel wat positieve aandacht gebruiken. Vorige maand bleek dat de beoogde vervanger van de F-16 miljarden meer gaat kosten dan oorspronkelijk geraamd. Daarbij ligt het ontwikkelingsproces van het gevechtsvliegtuig na bijna drie jaar al een jaar achter op schema.

Nederland -dat 800 miljoen dollar (675 miljoen euro) investeert om mee te mogen doen aan het JSF-project- doet vooralsnog weinig anders dan machteloos toekijken. De Nederlandse deelnamekosten voor het ontwikkelen van het jachtvliegtuig gaan weliswaar niet omhoog, maar de uiteindelijke vliegtuigen worden waarschijnlijk aanmerkelijk duurder dan oorspronkelijk berekend.

De Lockheed-karavaan landde vrijdag op de vliegbasis Volkel, een van de drie F-16-velden van de Koninklijke Luchtmacht. Met de namaak-JSF moeten piloten lekker worden gemaakt. En staatssecretaris Van der Knaap van Defensie.

Een woordvoerder van de luchtmacht bevestigt dat de simulator op de vliegbasis Volkel staat. „Toevallig brengt Van der Knaap daar vrijdag een werkbezoek.” Verzoeken om bij de ’vlucht’ te mogen zijn wijst Defensie af. „Het is een besloten bijeenkomst.”

De zaak ligt politiek gevoelig. De Nederlandse regering heeft nog niet besloten of ze de vliegtuigen te zijner tijd daadwerkelijk gaat aanschaffen. De linkse oppositiepartijen hebben het kabinet opgeroepen om maar helemaal uit het project te stappen. Foto’s van een enthousiaste Van der Knaap in een JSF-cockpit doen de zaak geen goed.

Lockheeds charmeoffensief kan niet los gezien worden van de recente tegenvallers, geeft een medewerker toe. Hij legt uit dat er de afgelopen maanden „misverstanden” zijn ontstaan die met de presentatie van de simulator uit de weg geruimd kunnen worden.