„Kerk is niet met zichzelf bezig”
Het is een vertekening van de afgelopen veertig jaar als beweerd wordt dat de kerk alleen met zichzelf bezig is geweest, vindt dr. B. Plaisier. „Er is veel geïnvesteerd in het apostolaat, de missionaire gemeente en de diaconale dimensie van het kerkzijn. Alleen, de verlegenheid is in alle lagen van de kerk te merken.”
De scriba van de PKN gaf donderdag tijdens de eerste reguliere synodevergadering van de PKN een voorschot op een inhoudelijke discussie over de missionaire roeping van de kerk. De kerk heeft volgens dr. Plaisier veel betekend voor de theologische doordenking van het missionair kerkzijn. „Maar de tijden zijn veranderd: de kerk kwam in de marge van de samenleving terecht en een steeds grotere verlegenheid over zending en evangelisatie verlamde het elan. Vaak verschoof het zendingsperspectief naar het diaconale. „Het getuigen hield ons wel bezig, maar de kerk liep tegen de grenzen van zijn mogelijkheden. We zijn bescheiden geworden, beschroomd en soms ook zwijgzaam.”
Ondanks de toenemende religiositeit en de afnemende kerkelijkheid is er volgens dr. Plaisier een wijdverbreid verlangen naar een kerk die aantrekt en een krachtbron is in de samenleving. „We zijn er diep van overtuigd dat onze samenleving het Evangelie nodig heeft. Dat de mensen om ons heen veel missen als zij Jezus Christus niet kennen.” Het spreken over zending heeft alles te maken met het profiel van de verenigde kerk, aldus de PKN-scriba. „We willen een kerk zijn die er niet voor zichzelf is. We hebben ons niet verenigd om er zelf beter van te worden. Wij zijn één opdat het Evangelie helderder zal klinken en het gelaat van Christus iets meer zichtbaar zou kunnen worden.”
De synodeleden kregen donderdagavond twee presentaties voorgeschoteld, de een over de voortgang van het kerntakenproces in relatie tot het nieuwe beleidsplan tussen 2005 en 2008, de ander over de relatie tussen synode en dienstenorganisatie.
„Worden wij niet op sleeptouw gehouden door onze organisaties?” zei Plaisier. Waarop de voorzitter van de dienstenorganisatie, F. C. C. baron Van Tuyl van Serooskerken, antwoordde: „Wat er ook gebeurt, dát niet. De meeste taken worden vervuld door de regionale dienstencentra, zo dicht mogelijk bij het grondvlak.”
De generale synode is het beslissende orgaan van onze kerken, zo liet dr. Plaisier weten tijdens een toelichting op de structuur van de kerk en zijn organisatie. „De synode is het hoogste en belangrijkste besluitniveau van de kerk, zo staat in de ordinanties aangegeven. Daarbij dient de synode de eenheid naar binnen en naar buiten te bevorderen.”
De scriba gaf een toelichting op de komende Protestantse Kerkdag op 12 juni. „Het is een dag waarop de kerk zich wil presenteren om te laten zien wat we allemaal doen”, zei hij. Hij verbaast zich over alles wat de kerk aan activiteiten in huis heeft. „Veel leden zijn ongelooflijk actief in de samenleving en in ontmoeting met mensen van andere religies. De kerkdag wordt een markeringspunt van de verenigde kerk.”
Dr. Plaisier hoopt dat uit iedere gemeente tien mensen naar Utrecht komen en de boodschap van die dag doorgeven in de eigen gemeente. Hij constateerde dat de belangstelling voor de Kerkdag nu goed op gang komt. „Er is kennelijk een lange weg tussen de stuurgroep van de kerkdag en de vergaderingen van de plaatselijke kerkenraden.”