„Pastorale bezoeken afleggen is mooi, maar soms ook zwaar”
Pastorale bezoeken afleggen is mooi, dankbaar, spannend maar soms ook zwaar om te doen. Daarom zijn toerusting en bemoediging nodig, vindt Aart Peters. Hij schreef samen met ds. L. W. Smelt en anderen een praktisch leer- en werkboek op dit terrein.
Peters is freelancetrainer bij het Protestants Centrum voor Toerusting en Educatie in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), ds. Smelt is hervormd predikant in Voorthuizen. De beide auteurs beleggen vanmorgen in Voorthuizen een toerustingsochtend naar aanleiding van de verschijning van het boek ”Ontmoeting. Inspiratie voor pastorale gesprekken” (uitgeverij Boekencentrum, Utrecht). Er hebben zich ruim 130 mensen aangemeld, teken dat het onderwerp leeft. Er zijn lezingen en in verschillende workshops worden specifieke vormen van pastoraal bezoek besproken.
Peters verzorgt al vele jaren basiscursussen voor ambtsdragers, met name in de kring van de Gereformeerde Bond. „Het boek is ontstaan uit de praktijk”, vertelt hij in een toelichting op het boek. „Tijdens de cursussen kwamen er allerlei vragen naar voren, zoals over praktische vaardigheden: hoe voer ik een goed gesprek? Hoe kan ik tot de kern komen waar ik naartoe wil? Het boek wil een stukje verdieping en praktische hulp geven. Daarom hebben we ervoor gekozen om veel casussen te geven, waarop vervolgens gereflecteerd wordt. Dan zie je ook waar de knelpunten liggen. Die kunnen met elkaar besproken worden, bijvoorbeeld op kerkenraadsvergaderingen. Het is belangrijk dat je voortdurend je eigen handelen evalueert.”
Zien ambtsdragers ertegen op om een pastoraal gesprek te voeren?
„De ervaringen verschillen op dit punt. Het is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend om ergens binnen te komen. Ambtsdragers merken dat oudere gemeenteleden gewend zijn bezoek van de kerkenraad te ontvangen maar dat het bij veertigers en vijftigers moeilijker is om een afspraak te maken. Zij leven in een hectische tijd en zijn vaak druk.
Je merkt dat ouderen, zeker op de Veluwe, aanlopen tegen vragen over de geloofszekerheid. Ze kunnen niet van zichzelf zeggen dat Christus voor hen gestorven is. Ze spreken daar ook moeilijk over. Bij jongeren tref je meer openheid aan. Ze spreken frank en vrij over het geloof.
Pastoraat heeft ook te maken met relatie en het winnen van vertrouwen. Het is overigens moeilijk om in het reguliere pastoraat, waar je maar een keer in de twee jaar bij iemand op bezoek komt, tot werkelijke verdieping te komen. Je ziet nu de positieve vruchten van het werk van bezoekmedewerkers, die vaker bij mensen langskomen, en zo beter een relatie kunnen opbouwen.”
Worden pastorale gesprekken ingewikkelder, omdat er een veelvoud aan problemen is?
„Je ziet steeds meer crisissituaties, in gezinnen en huwelijken, of sociale en psychische problemen. Pastoraat vergt daarom een specifieke benadering. Er kan daarbij een beroep gedaan worden op een predikant, een psychopastorale medewerker of een diaken als het gaat om schuldhulpverlening. Daarom hebben we een veelvoud aan pastorale invalshoeken besproken, zoals een burn-out, een sterfgeval, of een geval van homofilie. Het helpt ambtsdragers om zich concreet in het pastoraat te bekwamen.
Voorbereiding op een pastoraal gesprek is ook erg belangrijk, evenals het gebed om de afhankelijkheid van de Geest. Je kunt soms vol goede moed ergens naartoe gaan, maar het gevoel hebben dat je niet verder komt. Dat het allemaal zo stroef verloopt, kun je dan ook in alle eerlijkheid met elkaar in de consistorievergadering bespreken. Dat stimuleert om weer op pad te gaan. Uiteindelijk gaat het erom dat mensen uitkomen bij het kruis van Christus.”