De meeste gemeenten beperken volgens de belangenvereniging de jaarlijkse stijging van de belasting op de eigen woning. Maar niet iedere gemeente houdt zich in. Huiseigenaren in het Limburgse Beesel krijgen een ozb-stijging van 21 procent om de oren. Ook in Eindhoven, Hilvarenbeek, Stadskanaal en Scherpenzeel stijgt de ozb hard, met ruim 14 procent.

Deze gemeenten lappen volgens VEH de collectieve afspraak met minister Plasterk om de ozb met maximaal 1,97 procent te laten stijgen aan hun laars. De vereniging onderzocht in alle 388 gemeenten de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten die bestaan uit ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing.

Zoals elk jaar zijn er gemeenten waar een sterke stijging of daling van de woonlasten wordt veroorzaakt door het invoeren of afschaffen van een tijdelijke korting van de afvalstoffenheffing. Het jaar daarop is meestal een tegengestelde beweging te zien in wat VEH ‘jojo-gemeenten’ noemt. Dit jaar is dat onder meer het geval in Albrandswaard en Ridderkerk waar de lasten fors stegen en Littenseradiel waar deze juist fors daalden.

Landelijk gezien betalen huiseigenaren in Nederland dit jaar gemiddeld 293 euro aan ozb, tegen 288 euro vorig jaar. Het is moeilijk aan te geven welke gemeente de duurste is. Het gaat niet alleen om het bedrag dat mensen betalen maar ook over wat ze daar aan voorzieningen voor terugkrijgen, aldus Hans André de la Porte van VEH. In plaatsen waar veel dure huizen staan, zoals Blaricum, betalen mensen gemiddeld meer dan in plaatsen met lage woningprijzen.

Als tarieven omhoog gaan, moeten gemeenten wat VEH betreft helder zijn waar het geld naar toe gaat. „Onderzoek onder leden van Vereniging Eigen Huis liet zien dat deze vorm van belastingheffing wel redelijk wordt gevonden, maar dat er grote ontevredenheid is als de ozb wordt gebruikt om gaten in de gemeentebegroting te dichten. Mensen vinden dat gemeenten veel beter moeten verantwoorden waaraan het opgehaalde geld wordt besteed.”