„De namen ”Nederlandse Hervormde Kerk/Nederlandse hervormde gemeente” worden immers sinds jaar en dag gevoerd door de Nederlandse Hervormde Kerk en de plaatselijke gemeenten”, schrijft het moderamen in een donderdagmorgen uitgegeven persbericht. Het synodebestuur stelt dat de Protestantse Kerk, zowel volgens het kerkelijk als het burgerlijk recht, de voortzetting en rechtsopvolger van (onder meer) de Nederlandse Hervormde Kerk is. „De gemeenten van de Nederlandse Hervormde Kerk kunnen binnen de PKN als zodanig, dat wil zeggen als hervormde gemeenten, blijven bestaan. In veel dorpen en steden zal dat in de praktijk ook het geval zijn, en zullen er hervormde gemeenten blijven die niet zijn gefedereerd of verenigd met een plaatselijke gereformeerde kerk of een evangelisch-lutherse gemeente. Wanneer ook anderen de naam ”(Nederlandse) hervormde gemeente” gaan gebruiken, leidt dat tot verwarring”, aldus het persbericht.

Het synodebestuur acht „het gebruik van die namen door het op te richten kerkverband en de daarbij behorende gemeenten onjuist. Men wekt er ten onrechte de suggestie mee een voortzetting te zijn van de Nederlandse Hervormde Kerk of haar gemeenten.”

Het moderamen heeft in een brief aan (onder meer) de Nederlandse hervormde gemeenten (in hersteld verband), het convent van kerkenraden en het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk laten weten het gebruik van deze namen niet te accepteren. De brief bevat volgens de persverklaring een sommatie ieder gebruik van deze namen achterwege te laten.

Dr. W. van Vlastuin zegt in een reactie dat de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk -„over die naam moet de noodsynode zaterdag trouwens nog een besluit nemen”- confessioneel, historisch en geestelijk de voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk is. „Die naam zouden we ook het liefst hanteren. Maar om praktisch en juridisch niet in vervelende situaties terecht te komen, hebben we voor een gewijzigde vorm gekozen en zo een stukje zelfverloochening betracht.”