Islamkritiek SGP op de korrel nemen is nog geen cultuurrelativisme
Vlak het boemerangeffect van islamkritiek bij de SGP niet uit, reageert Matthijs Appelman. De positie van bevindelijk gereformeerden in de samenleving staat al langer onder druk.
Met verbazing las ik de reactie van Gerwin Wezelman in RD 4-3 op mijn eerdere bijdrage in RD 2-3. In zijn reactie worden mij woorden in de mond gelegd en word ik onterecht beschuldigd van aan cultuurrelativisme. Daarmee heeft hij de boodschap die ik in mijn betoog heb proberen over te brengen, niet begrepen.
Wie mijn artikel leest, ziet dat ik stel dat de harde afwijzing van de islam door de SGP gevaarlijk is omdat het debat over de islam in Nederland niet op theologische gronden gevoerd wordt. Daarmee stel ik echter in het geheel niet dat een theologische discussie over de verschillen tussen de islam en het christendom niet waardevol zou zijn. Wat ik al helemaal niet beweer is dat de islam en het christendom gelijk aan elkaar zijn, of dat alle culturen gelijkwaardig aan elkaar zijn. Het is mij dan ook onduidelijk op welke gronden Wezelman zijn beschuldiging staaft dat ik de islam en het christendom op één hoop gooi.
Trouwambtenaren
Ik heb nooit een debat willen voeren over de verschillen tussen het christendom en de islam. Ik laat mij daar met opzet in mijn artikel niet over uit, omdat het mij aan theologische kennis ontbreekt om daar een goed onderbouwd verhaal over te schrijven. Waar ik als politicoloog en student sociale wetenschappen meer verstand van heb, zijn de ontwikkelingen in de Nederlandse politiek, en dan met name op de terreinen van populisme, seksualiteit en orthodox protestantisme, waar ik sinds enige tijd onderzoek naar doe.
Mij valt op, wanneer ik de maatschappelijke ontwikkelingen op deze terreinen over de afgelopen jaren bekijk, dat de vrijheid van godsdienst het steeds vaker verliest van het recht op non-discriminatie. Wezelman stelt dat het door mij beschreven boemerangeffect onrealistisch is omdat het stuit op grondwettelijke bezwaren, maar daarmee ziet hij wat mij betreft toch echt zaken over het hoofd. Het recht op godsdienstvrijheid heeft immers niet kunnen voorkomen dat de gewetensbezwaarde trouwambtenaren hun banen verloren. Ook heeft het recht op godsdienstvrijheid er niet toe geleid dat de SGP omwille van godsdienstige overtuigingen vrouwen van haar lijst mocht blijven weren.
Gevaar
De tijdgeest is gekeerd ten faveure van seksuele progressiviteit. Een conservatieve mening wordt steeds minder geaccepteerd. Zo is het tekenend dat minister Bussemaker door haar eigen PvdA gedwongen werd de subsidie voor Hart van Homo’s in te trekken, een organisatie die het gesprek over homoseksualiteit in bevindelijk gereformeerde kring wilde bevorderen. Het enkele feit dat de organisatie om geloofsredenen de homoseksuele praxis afwijst, was voldoende reden om de financiering te stoppen. Non-discriminatie is bij de PvdA belangrijker dan het mogen uiten van religieuze overtuigingen.
Dat zijn zaken die SGP’ers hier en nu raken. De grondwettelijke vrijheid van godsdienst heeft de partij en haar achterban niet kunnen beschermen tegen deze ontwikkelingen.
Daarom stel ik dat de door rechts-populisten geformuleerde Nederlandse identiteit voor SGP’ers een gevaar is. In deze exclusief seksueel progressief geformuleerde identiteit is geen ruimte voor de SGP. De kritiek van de SGP op de islam is dan ook onverstandig. Niet omdat er geen debat gevoerd mag worden over eventuele kwalijke eigenschappen van de islam, maar omdat Van der Staaijs kritiek op de islam de dominante wij-zijtegenstelling van de rechts-populisten bevestigt.
Die tegenstelling klopt niet. Want niet alleen zijn niet alle moslims fundamentalistisch en conservatief, ook zijn niet alle autochtone Nederlanders seksueel progressief. Van der Staaij zal er dus goed aan doen om eerst dit rechts-populistische frame af te breken alvorens kritiek te leveren op de islam.
De auteur studeert sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam.