Kerk & religie

Met de preek de week in

Hoe gaat u om met de preek? Die vraag stelde de redactie lezers van deze krant een maand geleden. Er kwamen heel wat reacties binnen. „Meeschrijven in de kerk toont betrokkenheid.”

Reinald Molenaar
3 March 2017 16:24Gewijzigd op 16 November 2020 09:56
beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom

Een lezeres die anoniem wil blijven, draait de vraag om: „Hoe gaat de preek met u om?” Wilbert Nieuwenhuis uit Nieuw-Vennep zegt iets soortgelijks. „Iedere eerste dag van de week is een dag van inademing, opdat de dagen die volgen bezield zullen zijn, een richting hebben”, citeert hij theoloog prof. dr. Gerrit de Kruijf (1952-2013) uit ”Een goed woord”. Nieuwenhuis vervolgt: „Dit betekent concreet dat de preek niet zozeer beoordeeld hoeft te worden door ons, maar dat hij ons beoordeelt.”

Schrijft u mee tijdens de preek, vroeg de redactie. Vrijwel alle lezers die reageerden, doen dat. De een nog maar drie jaar, de ander twaalf, en Adrie van Gelderen-Visser uit Moordrecht schrijft al sinds 1979 mee tijdens de preek. Ze is dan ook al in haar 76e opschrijfboekje bezig.

Schrijven helpt luisteraars de gedachten te ordenen, vertellen ze. „Juist als ik denk dat de preek niet zo boeit, begin ik mee te schrijven, waardoor je beter kunt luisteren”, zegt Nellie Dijkman. Ze schrijft sowieso altijd de datum, de predikant en de punten van de preek op, „omdat het erg handig is om nog eens terug te kunnen kijken.”

IJverig

Om te onthouden wat ik in de kerk hoor, schrijf ik ijverig mee tijdens de preek, laat Anne-Marie Klaassen weten. „Het zijn losse opmerkingen, citaten die goed klinken of oneliners die even prikkelen. Op zondagavond zet ik de mooiste in mijn agenda. Zo neem ik de boodschap van God mee de week in.”

Klaassen vond zichzelf „wel goed bezig”, schrijft ze, totdat haar broertje haar een klein stukje krantenpapier gaf met daarop een citaat van ds. A. B. van der Heiden, emeritus predikant in de Gereformeerde Gemeenten: „Toch moet tijdens de dienst de nadruk liggen op een houding van biddend luisteren en dus niet van vluchtig pennen.” Klaassen: „Een papiertje waarop een antwoord staat, terwijl de vraag niet gesteld is.”

Het valt de 70-jarige Jannie de Graaf uit Veenendaal op dat er steeds meer mensen schrijven tijdens de diensten. „Het toont betrokkenheid en dat is fijn om te merken.” Zelf werkte ze preken een tijdlang uit voor een dove broeder die inmiddels is overleden. En nog steeds „gaan er een opschrijfboekje en een pen in mijn tas mee naar de kerk.”

Edwin Jonkers uit Bodegraven schrijft niet alleen mee tijdens de preek, maar „herkauwt” deze door de dienst te downloaden en de preek woord voor woord uit te typen. „Geheel letterlijk. En ideale manier om datgene wat ik mooi vond nogmaals te horen, wat ik gemist heb deze keer wel te horen en om te waarderen wat er tijdens de preek aan me voorbijging.” De uitgewerkte preken deelt hij vervolgens met een aantal medegemeenteleden.

Aagje van der Linden maakt regelmatig gedichten bij de preken die ze hoort. De pennenvruchten neemt ze vervolgens mee tijdens het ouderenbezoek dat ze doet in haar gemeente of ze stuurt ze naar zieke gemeenteleden of mensen die „een bemoediging kunnen gebruiken.” Naar aanleiding van een preek over Psalm 121 dichtte ze bijvoorbeeld: „Als een kind zal Hij je dragen/ over bergen heen./ En ondanks al je vragen/ kom je tot rust./ Omdat Hij je draagt./ Je bent niet meer alleen.”

Over of met

„Spreekt u met uw partner, gezin, vrienden na over de preek? Hoe doet u dat?” Dat waren twee vervolgvragen die de redactie aan de lezers voorlegde. „Thuis wordt er regelmatig over de preek gesproken, maar dat is niet standaard”, reageert M. van Hattem uit Apeldoorn. Ze woont op zichzelf, maar is in het weekend met een paar zussen bij haar ouders thuis. „Vaak valt een en ander bij een van ons op. Dat wordt dan benoemd tijdens het koffiedrinken of bij de maaltijd. Het komt dan vaak voor dat dit bij een ander ook is opgevallen en dan worden de Bijbel met uitleg en de Bijbelverklaringen van Matthew Henry of Dachsel er soms bijgehaald.”

Van Hattem, die werkzaam is in het onderwijs, weet dat jongeren vaak schrijven tijdens een preek om zich te kunnen concentreren. „Tegen leerlingen zeg ik altijd als ze commentaar op de preek hebben: „Niet over mensen praten, maar met mensen. Dus als je iets hindert of als iets onduidelijk is, mail die man dan en ga in gesprek. Elke ambtsdrager is bereid je te woord te staan.””

Commentaren

De Bijbelcommentaren die na de dienst vaak worden geraadpleegd zijn meestal die van Matthew Henry en Dachsel. Maar ook Calvijn komt voorbij „of die van Patrick, Polus en Wels”, vertelt Hans Alderliesten, lid van de hervormde gemeente te Reeuwijk. „Dan lees en vergelijk ik. Het gebeurt weleens dat ik in een preek terugzie welk commentaar de predikant heeft benut.”

Met hun dochters van 5 en 3 jaar spreken Alderliesten en zijn vrouw na over de preek en de dienst. „Heel basaal: Waar preekte de predikant over? Kun je je nog een woord herinneren? Verrassend hoeveel kinderen meekrijgen en welke vragen ze je kunnen stellen. Ook om die reden ben ik er een warm voorstander van dat kinderen al zo jong mogelijk de hele dienst meemaken.”

Eerlijk

Over de predikanten worden af en toe in de lezersreacties harde noten gekraakt. Ze moeten „geen clichés gebruiken” en „ook niet eindeloos teksten aan elkaar rijgen”, vindt Roel van Kleef uit Sliedrecht. Een ander advies van hem: „Laat de prediker eerlijk uitkomen voor het gebruik van andermans tekst en kunde. Niet doen alsof het helemaal eigen werk is.” Wel vindt Van Kleef dat de hoorder begrip moeten hebben „voor de situatie van de predikant: hij is niet altijd in vorm. Hij kan uitgepreekt raken in een gemeente of een kaartenbakpreek houden. Als dat maar niet te lang en te vaak gebeurt.”

„Natuurlijk spelen de persoon en het charisma van de prediker ook een rol”, schrijft de eerder genoemde Wilbert Nieuwenhuis. „Deze rol niet benoemen is naïef en zou kunnen betekenen dat de woorden van de prediker en het Woord van God volledig samenvallen.” De preken die Nieuwenhuis heeft gehoord, „hebben niet allemaal dezelfde uitwerking. Natuurlijk spelen eigen voorkeuren of kritische houding een rol. Tegelijk wil ik zeggen dat verschillen niet het laatste woord hebben. Het laatste Woord heeft God Zelf.”

Lees hier alle artikelen over het thema ”De preek”.

Meer over
Serie: De preek

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer