Kiev: na de goelag kwam er nieuw begin voor gereformeerde kerk
Als je arme Oekraïners hoort vertellen over het leven uit genade, ga je anders tegen de Reformatie aan kijken.
Momenteel werk ik (voor de stichting Oekraïne Zending) aan een boekje over een gereformeerde kerk in Oekraïne. Maar in dat land zijn toch alleen orthodoxen, hoor ik zeggen. U denkt aan uivormige koepels en priesters met wierook.
Inderdaad, zelfs de orthodoxe kerken die zich in de zestiende eeuw –onder druk– bij de Poolse, rooms-katholieke kerk aansloten, hielden hun orthodoxe tradities.
Toch kwamen er na de Reformatie calvinisten naar Oekraïne, waarvan het westen eigenlijk altijd bij Europa hoorde. Johannes a Lasco bracht de Bijbel en de geloofsbelijdenis in de Oekraïense taal naar het gebied, dat toen bestuurd werd door Polen.
Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 werd Oekraïne een onafhankelijk land. Verschillende ”protestanten” (zoals bijna alle niet-orthodoxe kerken uit het Westen worden genoemd) begonnen zending te bedrijven: evangelischen, charismatischen, baptisten. En er kwam ook een zendeling namens de gereformeerd vrijgemaakte kerk in Gelderland en Flevoland: ds. Marten Nap.
Nu, 25 jaar later, zijn er zo’n 200 mensen belijdend lid van de Evangelisch-Gereformeerde Kerk, een groep Bijbelvaste gelovigen verspreid over zeven plaatsen – in de hoofdstad Kiev en in enkele kleine dorpen in West-Oekraïne.
De grootste ontdekking was voor mij dat er voor de Tweede Wereldoorlog ook al enkele tientallen gereformeerde kerken waren in Oekraïne. Zo was er in de jaren dertig in Stepanj, een dorpje in de bossen in het noordwesten, een levendige gemeenschap gereformeerden; maar liefst 700 mensen. Zij waren ‘bekeerd’ door Oekraïners die in Amerika in aanraking waren gekomen met nakomelingen van de Schotse en de Engelse Reformatie.
De gereformeerde kerk sprak aan in Oekraïne, omdat de Oekraïeners eindelijk een kerk hadden die losstond van de (Poolse) rooms-katholieken en van de (Russische) orthodoxen. Temeer omdat de preken in de eigen taal klonken en de Bijbel in de eigen taal werd gelezen. Zo leefde een basisgedachte van de Reformatie –zélf Bijbelstudie doen– op in Oekraïne. Na de Tweede Wereldoorlog werden alle niet-orthodoxe kerken verboden. Toen Oekraïne in 1991 onafhankelijk werd was er slechts één pastor van de gereformeerde kerk overgebleven. Hij had acht jaar goelag overleefd. Samen met ds. Nap maakte hij een nieuw begin met de Evangelisch-Gereformeerde Kerk.
Vandaag de dag zie ik bij hen een andere typisch gereformeerde eigenschap: maatschappelijke betrokkenheid. Zo zamelen dorpelingen geld in voor gezinnen van soldaten die in Oost-Oekraïne vechten. Een van de kerkleden is legerpredikant en reist regelmatig naar de frontregio.
Elke zondag is er een doorwrochte preek, er is catechisatie en het avondmaal wordt gevierd – en dat allemaal in orthodox Oekraïne.