Lichaam
1 Korinthe 10:17
„Want een brood is het, zo zijn wij velen een lichaam, dewijl wij allen eens broods deelachtig zijn.”
Het heilig avondmaal wijst ons erop dat wij, christenen, met krachtige liefde één lichaam moeten zijn. We moeten de ander zó dienen, als de lidmaten van het menselijk lichaam elkaar doen, om op die manier Christus te danken voor Zijn gekruisigd lichaam. Hiertoe verplichten zich alle gasten aan het heilig avondmaal, zo dikwijls als zij dat ontvangen. Iedereen moet erop toezien die belofte ernstig na te komen. In het bijzonder moeten zij dat bedenken op het moment dat zij met anderen van het ene brood eten en uit één beker drinken (1 Korinthe 10:11).
Het avondmaal is voor een christen ook een veldteken, waarmee wij ons geloof in het openbaar belijden voor de mensen. We verklaren ermee dat wij lidmaten zijn van het geestelijk lichaam van Christus en dat we liever het tijdelijk leven opgeven dan van Zijn heerlijke waarheid afdwalen.
Bedenk dat het zonde is om het avondmaal niet te gebruiken als dat wel mogelijk zou zijn. Immers, het is christenen duidelijk geboden: „Eet en drink tot Mijn gedachtenis.” De apostelen hebben daar met hun gemeenten veelvuldig gehoor aan gegeven.
Anastasius Veluanus, pastoor in Garderen (”Der leken wechwijser”, 1554)