Voorkom bijtende honden met strengere regels
Preventie is het sleutelwoord om bijtincidenten met honden tegen te gaan, stelt Ineke van Herwijnen.
Vorig jaar vroeg staatssecretaris Van Dam naar preventieve mogelijkheden om ernstige bijtincidenten met zogeheten hoogrisicohonden tegen te gaan. Daarmee stelde hij precies de juiste vraag. Hoe voorkomen we deze nare incidenten, in het belang van mens, maatschappij en dier?
Gisteren verscheen het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden aan het kabinet. Daarin worden diverse maatregelen genoemd, zoals een speciale lijst met hoogrisicohonden: hondenrassen en -typen (regelmatig gaat het om kruisingen) die meer schade kunnen toebrengen bij bijtincidenten dan hun soortgenoten. Om het aantal bijtincidenten terug te brengen, komen er strenge maatregelen voor de eigenaren.
Cursus
Een aantal van deze maatregelen is preventief. Willen we echte oplossingen, dan moet daar nog meer de focus op komen te liggen. Het terugdringen van de pijn, het verdriet, de schade, de maatschappelijke kosten en gevoelens van onveiligheid vraagt om oplossingen aan de bron van de problemen. De ernstige bijtincidenten met honden zijn verweven met sociale problematiek en minder verantwoord houderschap. Juist daarom is drempelvorming bij de aanschaf van een hond cruciaal. Laat houders die een hoogrisicohond willen aanschaffen vóór die aanschaf een cursus doen en een bekwaamheidstoets afleggen. Zij krijgen dan meer inzicht in wat er allemaal bij die hond komt kijken, inzicht dat nu te vaak ontbreekt. Een kans ook om van aanschaf af te zien. En de maatschappij krijgt de verzekering dat mensen doordachter aan een hond beginnen.
Houdverbod
Focus daarnaast op de meldpunten. Een centraal meldpunt voor inzicht in landelijke tendensen, en laagdrempelige gemeentelijke meldpunten. Bij die gemeentelijke meldpunten kunnen overlast en risico snel in beeld gebracht worden. Honden die bijvoorbeeld regelmatig loslopen in de wijk zijn een signaal. Acteren op dat signaal voorkomt dat het tot een bijtincident komt.
Een meldpunt enkel en alleen voor het melden, zet echter geen zoden aan de dijk. Een protocol van handelen, met daarin duidelijke stappen in geval van overlast of risico, bepaalt het succes van ingrijpen. De stappen kunnen bestaan uit in eerste instantie gesprekken met de houders, dan het opleggen van maatregelen als educatie of het verbeteren van hekwerk. Wordt de situatie niet beter, dan kan overgegaan worden tot strengere maatregelen, waarbij een houdverbod zeker overwogen moet worden.
Bij veel van de ernstige bijtincidenten weten we dat vooraf signalen in de buurt zijn waargenomen en dat die ook gemeld waren via verschillende kanalen. Die klachten bundelen op één meldpunt is effectief. Bovendien draagt dat ook bij aan het gevoel van veiligheid van de burger, wanneer deze ziet dat er op basis van meldingen actie wordt ondernomen.
Vergunningsplicht
Het fokken van een hoogrisicohond zou vergunningsplichtig moeten worden. We zien nu al dat juist honden met een FCI-stamboom (FCI is de internationale koepelorganisatie voor stambomen van rashonden) niet de veroorzakers zijn van het grote aantal ernstige bijtincidenten, noch in grote aantallen naar het asiel worden gebracht. Vergunningsplicht gaat ondoordachte fok en handel tegen. Een minimale eis voor de vergunning is het succesvol afleggen van een gedragstoets door de dieren waarmee gefokt wordt. Zo’n gedragstoets test op sociaal wenselijk gedrag, zoals laag prooigedrag. Juist zulke eigenschappen moeten worden doorgegeven aan nakomelingen wil hondenbezit leuk zijn voor hond, eigenaar en samenleving.
De auteur is directeur van de Koninklijke Hondenbescherming.