Politieke strijd op Curaçao over verkiezingen
Op Curaçao wordt een politieke strijd gevoerd over de vraag of de verkiezingen van 28 april wel of niet door moeten gaan. Donderdag moet demissionair minister-president Hensley Koeiman zich tegenover een meerderheid in het parlement verantwoorden voor zijn beslissing om verkiezingen uit te schrijven.
De Curaçaose regering-Koeiman viel op 12 februari. De premier vroeg daarop direct om ontbinding van het parlement en nieuwe verkiezingen. Deze zijn afgekondigd door de gouverneur en staan nu gepland op 28 april. Maar een meerderheid in het parlement, onder leiding van oud-premier Gerrit Schotte, is het daar niet mee eens.
De oppositie vindt het niet democratisch dat de regering die na een periode van zeven weken haar meerderheid verloor, direct nieuwe verkiezingen heeft geëist. Zeker omdat de laatste verkiezingen nog op 5 oktober vorig jaar plaatsvonden.
Het nieuwe blok van twaalf parlementariërs (op een totaal van 21) vroeg daarom om de benoeming van een formateur voor een (interim-)regering. Oud-minister Ruthmilda Larmonie-Cecilia werd woensdag door de gouverneur benoemd in die functie om een interim-regering te vormen. Volgens de oppositie is dat de eerste stap om uiteindelijk te komen tot het niet door laten gaan van de verkiezingen.