Pakistan laat blasfemiewet ongewijzigd
Naar het zich laat aanzien, laat de Pakistaanse regering sectie 295c in de grondwet ongewijzigd. Dat is de beruchte blasfemiewet. Op grond daarvan worden vooral christenen ter dood veroordeeld na beschuldiging van lastering van de profeet Mohammed.
Dit staat in de Pakistaanse Engelstalige krant ”The News International”. Volgens de krant doen uitlatingen van regeringszijde vrezen dat religieuze hervormingen terug bij af zijn in het islamitische land. Anderzijds wijzen analisten van de krant erop dat de kritische uitlatingen in de richting van vernieuwingen gedaan zijn vlak na het bezoek van president Musharraf aan de VS, waarbij een oproep gedaan werd de blasfemiewet af te schaffen. De waarnemers concluderen dat de uitlatingen van regeringszijde vermoedelijk vooral bedoeld zijn voor intern islamitisch gebruik, om het moslimfundamentalisme de mond te snoeren.
Mensenrechtendeskundigen zeggen dat in vrijwel alle gevallen waarin een beroep wordt gedaan op de blasfemiewet, persoonlijke vetes worden uitgevochten. De weg van de minste weerstand is dan vaak de tegenstander beschuldigen van belediging van de profeet Mohammed. Zelfs de minister voor Religieuze Zaken, Mahmood Ghazi, zelf een groot vorstander van de wet, erkende onlangs dat de meeste aanklachten gebaseerd zijn op kwaadwilligheid en persoonlijke rancune.
De omstreden sectie 295c stelt letterlijk: „Wie door het woord, gesproken of geschreven, zichtbaar of zelfs door een gebaar verdacht maakt, direct of indirect, en zo schendt de naam van de heilige profeet Mohammed (…) zal gestraft worden met de dood en zal daarbij ook beboet worden.” De bekendste Pakistaan die in de cel verblijft op beschuldiging van lastering van de profeet is Ayub Masih. Hij zit al sinds 1996 achter de tralies.
De Pakistaanse regering heeft tegelijk met de opmerking dat niet gesleuteld zal worden aan de blasfemiewet, mededelingen gedaan over de manier waarop ze aankijkt tegen de Ahmadiya-beweging. De Ahmadiya’s worden in de Pakistaanse wet omschreven als niet-islamitisch. Daartegen was verzet gerezen. Dat heeft echter geen effect gehad. Deze beweging, waarvan in Nederland in Nunspeet een afdeling is gevestigd, beschouwt zichzelf als legitiem islamitisch. Door de hoofdstroom worden ze echter als ketters geduid. Om die reden zijn ze vaak wreed vervolgd. De oprichter was Hazrat Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908). Deze heeft volgens zijn volgelingen de plaats ingenomen van Mohammed. Hij zou bovendien afstammen van Jezus van Nazareth, die volgens deze beweging van het kruis gehaald is, dit overleefde en zich na vele zwerftochten vestigde in India.