Kerk & religie

Legerpredikant nog niet paraat

Legerpredikanten zijn onvoldoende voorbereid op oorlogssituaties. „Richtlijnen ontbreken”, zegt ds. Teun de Ridder, legerpredikant in Oirschot. „Hier ligt een uitdaging.” Een les van oefening Bison Drawsko in Polen.

18 February 2017 08:51Gewijzigd op 16 November 2020 09:50
Kanonnen bulderen tijdens de internationale oefening Bison Drawsko in Polen. beeld Mediacentrum Defensie
Kanonnen bulderen tijdens de internationale oefening Bison Drawsko in Polen. beeld Mediacentrum Defensie

De veiligheidssituatie in de wereld verslechtert snel. De Russische dreiging is ongeveer tastbaar in Oost-Europa. De Baltische staten en Polen maken zich grote zorgen over Russische agressie onder president Poetin.

„De NAVO staat voor de grootste veiligheidsuitdaging sinds de Koude Oorlog”, stelt generaal Tom Middendorp, de hoogste baas van het leger. De krijgsmacht bereidt zich daarom, na een lange reeks vredesmissies, weer voor op het zware gevecht. Voor het eerst in vijftien jaar.

Nederland traint tijdens de internationale oefening Bison Drawsko (9 januari-24 februari) in Polen met de VS, Canada, Duitsland, België, Estland en Polen op het afslaan van aanvallen van de Russen. Met tanks, pantservoertuigen en artillerie.

Ds. De Ridder, werkzaam bij het 17 Pantserinfanteriebataljon in Oirschot, heeft twee weken meegedraaid met de 3600 Nederlandse militairen op het 600 vierkante kilometer grote oefenterrein in Polen.

De legerpredikant –in rang gelijkgesteld aan kapitein– heeft er bewust voor gekozen twee weken mee te lopen tijdens de oefening. „Bij het uitbreken van een oorlog kan ik ook niet zeggen: Ik kom slechts een dagje langs. Een legerpredikant zal present moeten zijn tijdens gevechten.”

De omslag die defensie heeft gemaakt naar voorbereidingen op oorlogssituaties moet bij de gv nog plaatsvinden. „Voor mijn vertrek naar Polen heb ik navraag gedaan bij de gv over onze inzet in oorlogssituaties. Daar blijken geen richtlijnen voor te zijn.”

Ervaring is weggezakt. „Onze laatste inzet tijdens grootschalige gevechten dateert uit de tijd van de Koreaanse oorlog uit de jaren 50”, zegt de krijgsmachtspredikant. Hij ziet daarom „een uitdaging” voor de gv. „We hebben wel het sneuvelen van militairen in Irak en Afghanistan meegemaakt, maar dat is toch iets anders dan een grootschalig conflict.”

De motivatie van de militairen tijdens Bison Drawsko is groot. „De oefening is realistisch. Voor de infanterie in het veld maakt het niet uit of je op de Veluwe of in Polen in een bos naar een boom zit te kijken wachtend op de vijand. Maar de omstandigheden in Polen zijn wel harder. We slapen met 10 graden onder nul buiten in een tentje.”

De legerpredikant stapt tijdens een rivieroversteek bij het veroveren van een brug in een eerste bootje. „Zo’n aanval geeft een D-daygevoel. In werkelijkheid zou ik bij een aanval ook in de voorste linies willen zijn.”

Bij de oversteek komt de eenheid onder vuur te liggen. Elke militair draagt tijdens de oefening een vestje, waarmee elektronisch wordt geregistreerd of hij geraakt is door vijandelijk vuur. „Veel vestjes gingen af door artillerievuur, manschappen waren ‘dood’ of ‘gewond’. Militairen riepen: „Dominee, help, ik heb u nodig.” Een mooi moment. Even heel realistisch.”

Militairen denken soms erg functioneel, zegt ds. De Ridder. „Ze vinden het prachtig als ze een vijand hebben vernietigd. Het lijkt soms een jongensdroom om oorlogje te spelen. Als gv’er heb ik daar gemengde gevoelens bij. Mijn taak is dan om ze tot de orde te roepen: Jongens, we hebben het wel over mensen.”

De geestelijke verzorging probeert de manschappen bij te staan, op te vangen. „Een militair kan afstompen tijdens zijn werk. Wij proberen hen mentaal overeind te houden door bijvoorbeeld een luisterend oor te bieden.” Militairen moeten tijdens oefeningen soms „tergend” lang wachten. „Ik heb dan alle tijd om ze te spreken.”

Slechts een handvol militairen heeft een kerkelijke achtergrond. „Van de 500 militairen komen er misschien 10 regelmatig in de kerk.” Toch waarderen ze de aanwezigheid van een gv’er, merkt ds. De Ridder. Hij heeft in Polen op zondag een bezinningsdienst georganiseerd voor de troepen.

De bijeenkomst trekt zo’n 150 bezoekers. „Militairen vinden het inspirerend, de Bijbel vinden ze boeiend. Er gaat een wereld voor hen open.” Ds. De Ridder leest een stukje uit de Bijbel, steekt een kaarsje aan, bidt het Onze Vader en houdt een korte toespraak. Afgewisseld met muziek.

In zijn toespraak sluit de legerpredikant aan bij de belevingswereld van militairen. „’k Heb gezegd: De commandant benadrukt dat we fouten mogen maken, want daar kun je van leren. Fouten kunnen echter ook veel kapot maken. Ik wijs er dan op dat de christelijke levensovertuiging daar ”genade” voor kent.”

De legerpredikant benadrukt er niet op uit te zijn militairen te bekeren. „Mijn taak is niet om hier te evangeliseren.” Wringt daar niet iets voor een predikant? „Ja en nee”, reageert ds. De Ridder. „Mijn diepste verlangen is dat ze Jezus Christus leren kennen als hun Zaligmaker. Ik hoef hen echter niet te overtuigen of over de streep te trekken. God verkiest en zal trekken tot Hem. Ik ben slechts heel basaal aanwezig.”

De predikant ziet soms resultaat. „Jonge plantjes, of ze tot wasdom komen, is niet aan mij. Contacten zijn vaak kort. Dat betekent voor mij ook een oefening in loslaten. Tegelijk geeft het rust en ontspanning. Ik mag het overgeven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer