Cultuur & boeken

Hans Thijssen bepleit terugkeer van filosofie naar levensvragen

Filosofie is een academische, theoretische discipline geworden. Ze is vervreemd geraakt van haar verworteling in de zoektocht naar geluk, betoogt Hans Thijssen.

Klaas van der Zwaag
16 February 2017 15:52Gewijzigd op 16 November 2020 09:49

De hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen laat in ”Wat filosofen weten” zien hoe de antieke filosofie gelukskunde is – levensfilosofie. Volgens Plato filosoferen we omdat we een gemis voelen. Ons diepste verlangen gaat uit naar onsterfelijkheid. We zouden graag onsterfelijk zijn, maar zijn overgeleverd aan de onbestendigheid van het bestaan.

Thijssen stelt dat de samenhang tussen de gangbare filosofische vragen aan een universiteit en filosofische bespiegelingen over de mens en de wereld zoek is geraakt. De academische filosofie is een theoretisch vertoog dat de vraag naar wijsheid en persoonlijk heil niet meer stelt.

De wending begint bij Aristoteles, die een nieuwe invulling geeft aan wijsheid: zij is intellectuele bekwaamheid als gevolg van theoretische studie. Het gelukkigste leven is daar waar men geleidelijk inzicht krijgt in de oorzaken der dingen. De Nijmeegse hoogleraar wijdt een hoofdstuk aan Augustinus, die het christendom als de enige ware levensfilosofie zag, maar waarbij het geluk alleen voor de doden weggelegd is.

Thijssen moet niets hebben van de trend in de wetenschap dat alles vooral nut moet hebben in plaats van waarde. Hij verwoordt terecht dat de existentiële dimensie weer terug moet keren in de filosofie: de zoektocht naar het geluk.


Boekgegevens

”Wat filosofen weten. Over het verlangen naar geluk en de honger naar kennis”, Hans Thijssen; uitg. Vantilt, Nijmegen, 2016; ISBN 978 94 6004 2843; 123 blz.; € 14,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer